1
Druk op de zoomknop.
Zoomknop
Gebruik van de digitale zoom
Hoofdmenu
• In de stand n: Hoofdmenu
1
Druk op T op de zoomknop.
Optische zoom
HQ
HQ
2816
2816
×
2112
2112
Het witte vlak in de zoombalk stelt het optische
zoombereik voor. Als de functie digitaal zoomen
wordt ingeschakeld [ON], verschijnt een rood vlak in
de zoombalk. De camera begint digitaal te zoomen
wanneer de indicator het rode vlak bereikt.
Opmerking
• Door digitaal te zoomen kan de foto korrelig worden.
Gebruik van de stand macro / stand supermacro
Stel de camera in op de stand macro als u dichtbij
foto's maakt (20 cm / 7,9 inch tot 50 cm / 19,7 inch)
van uw object.
& In deze modus kunnen foto's gemaakt worden van
een afstand van slechts 20 cm / 7,9" tot het object.
% In deze modus kunnen foto's gemaakt worden van
een afstand van slechts 7 cm / 2,8" tot het object.
De brandpuntsafstand van de zoomlens wordt
automatisch vast ingesteld en kan niet gewijzigd
worden.
Uitzoomen:
Druk op W op de zoomknop.
[MODE MENU]
[DIGITAL ZOOM]
4 4
Inzoomen op uw object
Inzoomen:
Druk op T op de zoomknop.
[CAMERA]
[DIGITAL ZOOM]
g"Gebruik van de menu's" (Blz. 9)
[ON]
Digitale zoom
HQ
HQ
2816
2816
×
2112
2112
Binnen het digitale zoombereik kleurt de
cursor oranje.
&
3
[ON]
4 4
%
21
NL