VII. GELUID VAN AIRCONDITIONERS
• Nadat het apparaat is gestart, hoort u een
gonzend geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de motoren
die de horizontale kleppen aandrijven.
Na ongeveer een minuut verdwijnt het geluid.
• Als de airconditioner in de stand KOELEN
of ONTDOOIEN staat, is een continu laag
gesis hoorbaar, of als de airconditioner in
de stand ONTDOOIEN staat, een druppe-
lend geluid.
Dit is het geluid van koelgas dat door de bin-
nen- en buitenunits stroomt.
• Er is een sisgeluid te horen bij het starten
of onmiddellijk nadat de werking is
gestopt, of dat te horen is aan het begin of
onmiddellijk na het stoppen van het ONT-
DOOIEN.
Dit is het geluid van koelmiddel en wordt ver-
oorzaakt door het stoppen en veranderen
van de stroom.
Tijdens het VERWARMEN schakelt de air-
conditioner automatisch om naar de stand
ONTDOOIEN.
De afstandsbediening toont "
Na maximaal 10 minuten, keert de aircondi-
tioner terug naar zijn oorspronkelijke wer-
king.
• Er is een piepgeluid te horen wanneer de
airconditioner in bedrijf is of nadat het
systeem is gestopt.
Dit geluid wordt veroorzaakt door het uitzet-
ten en krimpen van kunststof onderdelen.
VIII. STOF VAN DE BINNENUNITS
• Wanneer het systeem gestart wordt nadat
het langere tijd niet in gebruik is geweest,
kan er stof uit de unit worden geblazen.
Stof dat in de unit terecht is gekomen wordt
naar buiten geblazen.
IX. DE BINNENUNITS GEVEN EEN GEUR AF
• Tijdens de werking
De unit absorbeert geuren van kamers, meu-
bels, sigaretten, enz. en geeft die dan weer
af.
Als de geur hinderend is, kunt u de lucht-
stroom op nul zetten wanneer de binnentem-
peratuur de ingestelde waarde bereikt.
Raadpleeg uw lokale dealer voor details.
16
X. DE AIRCONDITIONER KOELT NIET GOED
• De airconditioner werkt in modus PRO-
GRAMMA DROGEN.
Dit is omdat er met het programma drogen
wordt gewerkt zodat de binnentemperatuur
zo weinig mogelijk afneemt.
Verlaag de binnentemperatuur met de stand
KOELEN, en gebruik dan het PROGRAMMA
DROGEN.
(Zie "KENMERKEN VAN HET PRO-
GRAMMA DROGEN" op pagina 8.)
• Lees DE KENMERKEN VAN DE STAND
KOELEN, DE STAND VERWARMEN, EN
VAN HET PROGRAMMA DROGEN op
pagina 7-8.
9-2. FXHQ
Raadpleeg de bedieningshandleiding van de
buitenunit.
10. IN GEVAL VAN PROBLEMEN
10-1. FHQ
".
Controleer eerst zelf alvorens een serviceop-
roep te doen.
1. Indien de airconditioner helemaal niet werkt.
• Controleer of er een zekering doorgebrand is.
Schakel de netspanning uit.
• Controleer of de stroomcircuitonderbreker is
doorgeslagen.
Als het lipje van de stroomcircuitonderbreker
in de stand OFF staat, schakel dan de stroom
in met de stroomcircuitonderbreker.
Als het tabblad van de stroomonderbreker
zich in de struikelpositie bevindt de stroom
niet aanzetten met de stroomonderbreker-
schakelaar.
Neem contact op met uw lokale dealer.
• Controleer of er een stroomstoring is.
Wacht totdat de stroom hersteld is. Indien er
zich tijdens de werking van de airconditioner
een stroomstoring voordoet, start de aircondi-
tioner weer vanzelf onmiddellijk nadat de
stroom hersteld is.
ON
Uitschakelpositie
OFF
Stroomonderbreker
(Aardlekschakelaar)
Nokje
Nederlands