II. DE WERKING STOPT SOMS
• De afstandsbediening toont "U4" en
"U5", en de werking stopt. Ze zal echter
na een paar minuten worden hervat.
Dit komt doordat de communicatie tussen de
binnen- en buitenunits of de binnenunits en
de afstandsbedieningen wordt onderbroken
en de werking gestopt ten gevolge van ruis
die wordt veroorzaakt door andere toestel-
len.
Zodra de elektrische ruis afneemt, start de
airconditioner automatisch weer op.
III. DE VENTILATORSNELHEID VERSCHILT
VAN DE INGESTELDE SNELHEID
• De ventilatorsnelheid verandert niet als u
op de toets voor het regelen van de venti-
latorsnelheid drukt.
Tijdens het KOELEN wordt een lage ventila-
torsnelheid of een zachte wind gebruikt om
te voorkomen dat er smeltwater vrijkomt.
Tijdens het ONTDOOIEN (VERWARMEN)
stopt de luchtstroom van de airconditioner
om te voorkomen dat de lucht direct op een
van de aanwezigen in de ruimte geblazen
wordt.
Na een tijdje kan de ventilatorsnelheid wor-
den veranderd.
(De ventilatorsnelheid kan niet worden inge-
steld voor het PROGRAMMA DROGEN.)
Als tijdens het VERWARMEN de ingestelde
kamertemperatuur wordt bereikt, stopt de
buitenunit en gaat de binnenunit over in
zachte bries.
Het duurt even voordat de ventilatorsnelheid
verandert. Verhoog de ingestelde tempera-
tuur. Na een tijdje verandert de ventilator-
snelheid.
IV. DE LUCHTSTROOMRICHTING VERSCHILT
VAN DE INGESTELDE RICHTING OF VAN
DE RICHTING DIE OP DE AFSTANDSBEDIE-
NING WORDT WEERGEGEVEN
• De horizontale kleppen bewegen niet,
hoewel op de afstandsbediening de
bewegende werking wordt weergegeven.
<VERWARMEN>
Dit komt doordat de luchtstroomrichting zo
wordt geregeld dat hij horizontaal is nadat
de werking start of wanneer de binnentem-
peratuur hoger ligt dan de ingestelde tempe-
ratuur om te voorkomen dat lucht
rechtstreeks op een van de aanwezigen in
de ruimte wordt geblazen.
Na een tijdje start de bewegende werking.
(Zie "BEWEGING VAN DE HORIZONTALE
KLEP" op pagina 9.)
Nederlands
• De op de afstandsbediening weergege-
ven luchtstroomrichting verschilt van de
reële stand van de horizontale kleppen.
<KOELEN EN PROGRAMMA DROGEN>
Als het toestel op een neerwaartse lucht-
stroomrichting is ingesteld, verschilt de
luchtstroomrichting enige tijd van wat er op
de display wordt getoond. Dit is bedoeld om
te voorkomen dat condensatie vormt op de
horizontale kleppen.
<VERWARMEN>
Dit komt doordat de luchtstroomrichting zo
wordt geregeld dat hij horizontaal is nadat
de werking start of wanneer de binnentem-
peratuur hoger ligt dan de ingestelde tempe-
ratuur om te voorkomen dat lucht
rechtstreeks op een van de aanwezigen in
de ruimte wordt geblazen.
Na een tijdje verandert de luchtstroomrich-
ting naar de ingestelde richting.
(Zie "BEWEGING VAN DE HORIZONTALE
KLEP" op pagina 9.)
V. DE HORIZONTALE KLEPPEN SLUITEN NIET
• De horizontale kleppen sluiten niet, zelfs
wanneer het toestel niet meer actief is.
Dit komt doordat de horizontale kleppen pas
sluiten wanneer er geen lucht meer uit de air-
conditioner stroomt.
De horizontale kleppen sluiten na enige tijd.
VI. UIT DE AIRCONDITIONER KOMT WITTE
STOOM
• Wanneer de vochtigheid hoog is tijdens
het KOELEN (Op vette of stoffige plaat-
sen)
Indien de binnenkant van een binnenunit bij-
zonder vervuild is, wordt de temperatuurver-
spreiding in een kamer ongelijk. Het is nodig
de binnenkant van de binnenunit te reinigen.
Vraag uw lokale dealer om gegevens over
het reinigen van de binnenunit.
Het reinigen moet door een erkend onder-
houdstechnicus worden gedaan.
Controleer de gebruiksomgeving.
• Wanneer de airconditioner na het ONT-
DOOIEN en tijdens het ONTDOOIEN naar
VERWARMEN wordt omgeschakeld.
Vocht dat ontstaat tijdens het ONTDOOIEN
wordt stoom en zal beginnen rondzweven.
Als de symbolen "
ven op de display van de afstandsbediening,
staat de unit in de stand ONTDOOIEN.
" worden weergege-
15