ONDERHOUD en REINIGING
Voor elke onderhoudsbeurt, voor het openen van afdekkingen, bekledingen en beschermplaten van elektrische of beweeg-
bare onderdelen en voor het binnengaan van de toevoerzone (draaiende onderdelen), moet om veiligheidsredenen de hoofd-
schakelaar uitgezet worden en onbevoegde ingebruikname voorkomen worden. De ketel moet voor onderhoud uitgezet en
afgekoeld zijn. Bij het onderhoud moet geschikte beschermkledij gedragen worden.
Uw toestel is met een volautomatische ontassing en ketelreinigingssys-
teem uitgerust.U hoeft hiermee enkel de aslade op bepaalde intervallen
te ledigen. De bediening geeft in het display "Aschenlade entleern" aan.
In geval u het alsnog vergeet, schakelt het toestel na ca. 1 week uit en
geeft in het display "Aschenlade zu voll" aan. Na het ledigen van de
aslade kan u deze melding met "Enter" verwijderen.
1. Na iedere lediging van de aslade via scherm Nr.2 in de keuzeschake-
laarstand "Hand" het schuifrooster openen door op de "+" toets te
drukken en de verbrandingskamer met de reinigingshaak (zie afb.
nr.1) van eventuele slakkenverstoppingen ontdoen (afhankelijk van
de pelletkwaliteit en schouwtrek).
2. Voorts door het bovenste vensterglas vooraan het vrije uitbranden van
de vlammen controleren. Wanneer de vlammenbundelopening nr.2
(opening in vuurvaste steen waardoor de vlammen naar boven gaan)
niet vrij is of de naverbrandings-ruimte zeer ernstig verstopt is door
slakken, schroef dan de kleine reinigingsopening vooraan nr.3 (zie afb.)
los (4 dopmoeren M6) en reinig de naverbrandingsruimte met de reini-
gingshaak van eventuele slakkenverstoppingen (afhankelijkvan de
pelletkwaliteit en schouwtrek).
3. De schouwbuizen moeten minstens 2 maal per verwarmingsseizoen
op asafzettingen gecontroleerd en eventueel gereinigd worden.
4. Bij een normale werking van het toestel kunnen barstjes in de vuur-
vaste verbrandingsruimte ontstaan. Dit zijn spanningsbarstjes die
dienst doen als uitzetvoegen. Deze barstjesvorming is belangrijk en
heeft geen invloed op de werking van de ketel. Voorts kunnen in de na-
verbrandingsruimte door hoge temperaturen oppervlaktedeeltjes loskomen.
Dit is normaal en leidt niet tot een slechtere werking. Hiervoor is dan ook
geen aanspraak op garantie.
Onderhoud zuigtoevoer
1. Eenmaal jaarlijks de ketting (nr. a) van de aanvoereenheid smeren en bijspannen.
2. Minstens eenmaal per jaar (afhankelijk van het stofgehalte van de brandstof) de
zuigturbine (nr. b) losschroeven en het stof uit de daaronder gelegen schutkorf
zuigen.
Let op: indien de zuigturbine zeer luid wordt of vonken geeft, dan is dit aan een
verstopping van het luchtventilatorwiel (nr. 3 en nr. 5) (onevenwichtigheid) te wijten.
De zuigturbine moet door een vakman gedemonteerd, uit elkaar gehaald en gereinigd
worden: zie hiervoor ventilatordemontage.
Let op: veiligheidsadvies
•
p. 3.1