INSTALLATEURSINSTELLINGEN
Nr.C7
< Störlampe
Externe Pumpe
Fernleitungspumpe1
Schema jumpers:
Steckbrücke J7
Nr.C8
externer HK
<keine Fernleitung>
mit Fernleitung 1
Nr.D1
Betriebsart
Behälter Hand füllen
<Saugen + Schnecke>
Direkt Schnecke
Punktabsaugung
Schnecke+Behälter
Nr.D1a Umschalteinheit
<nicht vorhanden>
AUE 2-Fach
AUE 3-Fach
AUE 4-Fach
Nr.D1f
Verbrauchanz.
<nicht vorhanden>
vorhanden
Nr.D2
Frostschutz
Pumpen ein unter
Aussentemp.
Werk:
1°
Nr.D3
Frostschutz
Vorlauf-
Solltemperatur
Werk:
7°
Programmatie van de supplementaire uitgang '49':
>
- Storingslamp (standaard fabrieksinstelling): de uitgang wordt gevoed door 230V
van zodra er zich een probleem voordoet aan de ketel (mogelijkheid om een
alarmlicht of -geluid, een relais, een telefoonzender, ... aan te sluiten).
- Pomp externe kring (jumper J7 verwijderen: zie foto): de Externe-Kringfunctie wordt
geactiveerd door de ingang "Externe Kring" (uitgangen '81' en '82' verbonden). De
boiler start met de onder Nr. C6 ingestelde temperatuur. De pomp van de externe
kring (uitgang '49') start wanneer de boiler de temperatuur van Nr. L5 heeft bereikt.
- Overdrachtspomp (jumper J7 verwijderen: zie foto): de overdrachtspomp (uitgang
'49') start wanneer de boiler de temperatuur uit Nr. L2 heeft bereikt, enkel wanneer
een tank of een verwarmingskring zijn geprogrammeerd met kring 2. Indien nodig kan
uitgang '123' ook geprogrammeerd worden voor de pomp van de externe kring of de
overdrachtspomp (paramter Nr. B11 hieronder).
De "Externe-kringfunctie" is ook programmeerbaar zonder pomp:
Het volstaat hiervoor de uitgangen '19' en '21' met een wisselcontact te verbinden: de
boiler werkt zoals hieronder beschreven, er verschijnt een scherm in het infomenu, de
uitgang '49' wordt dan bruikbaar met storingslamp of overdrachtspomp volgens de
uitgevoerde programmatie.
Instelmogelijkheid om de externe verwarmingskring aan de overdrachtspomp toe te
wijzen.
De overdrachtspomp loopt echter pas wanneer een van de toegewezen pompen
loopt.
Instellen werkingswijze pelletstoestel.
- tussenreservoir wordt handmatig gevuld;
- tussenreservoir wordt door opslagruimtevijzel+zuigturbine autom. gevuld;
- toestel wordt dmv. directe-toevoervijzel autom. gevuld;
- tussenreservoir wordt dmv. puntafzuiging autom. gevuld;
- tussenreservoir wordt dmv. opslagruimtevijzel direct gevuld.
Enkel bij automatische omschakeleenheid noodzakelijk.
Aantal omschakelposities instellen => 2, 3, 4
Inschakelen van de automatische pelletverbruikscontrole. Dit geeft bij de
gebruikersinstellingen nieuwe schermen vrij.
- Aanvullende-infoscherm: bijkomend display "Pelletsverbrauch Gesamt";
- Infoscherm: bijkomend display "Nr.30 Pelletslager" (voorraad opslagruimte en
peilwaarschuwing).
Aanpassingsbereik: -30°...+20° (ref. fabrieksinstelling ("Werk"): 1°)
Wanneer de buitentemperatuur onder deze ingestelde waarde zakt, worden alle
verwarmingskringpompen ingeschakeld, terwijl de mengventielen de
1°
voorlooptemperatuur aanpassen aan de waarde van parameter Nr. D3
Aanpassingsbereik: 1°...30° (ref. fabrieksinstelling ("Werk"): 7°)
Wanneer de keuzeschakelaar op positie "Aus" of "Boiler" staat en de
voorlooptemperatuur (met mengventiel) of keteltemperatuur 3° onder deze waarde
7°
zakt, start de ketel automatisch.
•
p. 7.8