4. Aansluitings- en afstelbepalingen: - De verwarmingstoestellen Hargassner HSV komen overeen met klasse 3 conform ÖNORM EN 303-5, alsook de 15a BVG overeenkomst (getest volgens BLT Wieselburg). - Bij de aansluiting van de verwarmingsketel zijn naast de plaatselijke brandveiligheids- en bouwvoorschriften ook de algemeen geldende regels, norm- en veiligheidsvoorschriften voor CV-ketels na te leven.
Pagina 6
INSTALLATIERICHTLIJNEN • p. 1.2 5. Veiligheidsvoorschriften: Het verwarmingstoestel Classic/HSV 9-22 is volgens de nieuwste technologieën en veiligheidsvoorschriften ontworpen en gebouwd. Onjuist gebruik van het toestel, bv. geen of gebrekkig onderhoud, geen herstelling indien nodig, foutieve bediening of slechte brandstofkwaliteit, kan echter tot letsels aan personen of schade aan eigendommen leiden. Het verwarmingstoestel Classic/HSV 9-22 mag enkel gebruikt worden waarvoor hij gemaakt is (zie 1.2), en enkel in veiligheidstechnisch correcte omstandigheden.
Pagina 7
INSTALLATIERICHTLIJNEN • p. 1.3 7. Criteria opslagruimte: - absoluut droge ruimte - een grootte van ca. 2x3m grondoppervlak (afhankelijk van verwarmingsvermogen) - per stuk een blaas- en afzuigkoppeling voor pelletsblazen - muur tegenover blaaskoppeling voorzien van beschermingsmat - de brandstofopslagruimtesticker niet vergeten en goed zichtbaar aan de opslagruimtedeur bevestigen LET OP: het verwarmingstoestel moet tijdens het vullen met pellets uitgeschakeld zijn! Dit betekent dat de keuzeschakelaar van het verwarmingstoestel op "AUS"...
- alle gatenrijen open LET OP: De ingebruikname moet door een technicus met fabrieksingebruiknamecertificaat uitgevoerd worden. De ingevulde Ingebruiknamechecklijst moet binnen 30 dagen na de ingebruikname naar de firma Hargassner worden verstuurd. Let op: anders vervalt de aanspraak op garantie.
ONDERHOUD en REINIGING • p. 3.1 Let op: veiligheidsadvies Voor elke onderhoudsbeurt, voor het openen van afdekkingen, bekledingen en beschermplaten van elektrische of beweeg- bare onderdelen en voor het binnengaan van de toevoerzone (draaiende onderdelen), moet om veiligheidsredenen de hoofd- schakelaar uitgezet worden en onbevoegde ingebruikname voorkomen worden.
ONDERHOUD en REINIGING • p. 3.2 Ventilatordemontage enkel door een vakman 1. De zuigturbine van het voorraadreservoir demonteren en bevestigingsmoer nr.7 verwijderen (tegenhouden aan bovenste luchtventilatorwiel). 2. Beide omhulsels (nr.6 en nr.4) samen van de zuigturbinebehuizing (nr.2) ver- wijderen (aan de drie klemmen nr.2a met de schroevendraaier de omhulsels losmaken en eraf kloppen).
BEDIENING - DISPLAY • p. 4.1 KEUZESCHAKELAAR DISPLAY AUTO (voor verwarmingskringen en boiler) De verwarmingsketel verzorgt de de verwarming en warmwatervoor- ziening volgens het ingestelde tijdsprogramma en de buitentem- peratuur. BOILER De ketel verzorgt enkel de warm- watervoorziening volgens het in- gestelde tijdsprogramma.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN • p. 5.1 Pelletsverbrauch Weergave van het totale pelletsverbruik Gesamt 0 kg (Installateursinstelling Nr.D1f op <vorhanden> instellen) Betriebsstunden Weergave van het aantal werkingsuren van de besturing. Steuerung 0,00 h Zähler Weergave van het aantal keer het reinigingssysteem de ketel gereinigd heeft. Putzeinrichtung Weergave van het aantal keer het rooster open/toe gegaan is (1 ontassing staat Zähler...
Pagina 13
GEBRUIKERSINSTELLINGEN • p. 5.2 Kessel 53° Soll 0° Förder Luft Op dit display worden de actuele keteltemperaturen en waarden weergegeven. Zirkul.pumpe C02 12.6/ 11% F90 K85 BOILERLADUNG Boiler-Ist 52° In dit display wordt het actuele boilerprogramma weergegeven. Boiler-Soll 60° Pumpe aus In dit display wordt de actuele toestand van de verwarmingskring weergegeven (HK1 + HK2).
Pagina 14
GEBRUIKERSINSTELLINGEN • p. 5.3 HEIZUNG AUS in het eerste deel wordt bij alle displays de keteltoestand aangegeven. Kessel 30° Rauch 21° In de "Standaardweergave" worden de temperaturen van de boiler, de rookgassen, 20° 35° de geprogrammeerde kringen en de buitentemperatuur aangegeven. De aanwezige Standaard- Boil 1 60°...
Pagina 15
GEBRUIKERSINSTELLINGEN • p. 5.4 Wanneer er een aanvullende verwarmingskringmodule voorhanden is, wordt hier die vrijgegeven aanvullende verwarmingskringmodule met de lettel "H" (bv. H 1 = Boiler 3 ect.) aangegeven. (Details zie volgende blad). Nr.11 Heizung aus über Op dit display kan met de toets +/- ingesteld en met de "Enter"-toets bevestigd Aussentemperatur 16°...
Pagina 16
GEBRUIKERSINSTELLINGEN • p. 5.5 bij een aangesloten verwarmingskringmodule 1 worden de geprogrammeerde verwarmingskringen als Verwarmingskringmodule 1 volgt aangeduid. Afhankelijk van de parameters kan er een dagelijkse of wekelijkse tijd worden Boiler 3 weergegeven. Er kunnen twee verschillende verwarmingstijden aangegeven worden. Tagesuhr De installatie schakelt bij bereiken van de ingestelde temperatuur uit.
Pagina 17
GEBRUIKERSINSTELLINGEN • p. 5.6 bij een aangesloten verwarmingskringmodule 2 worden de geprogrammeerde verwarmingskringen als Verwarmingskringmodule 2 volgt aangeduid. Afhankelijk van de parameters kan er een dagelijkse of wekelijkse tijd worden H 11 Boiler 5 weergegeven. Er kunnen twee verschillende verwarmingstijden aangegeven worden. Tagesuhr De installatie schakelt bij bereiken van de ingestelde temperatuur uit.
MANUELE BEDIENINGEN • p. 6.1 Mit der Pfeiltaste nach oben oder nach unten verstellen ! Mit der Pfeiltaste nach oben oder nach unten verstellen ! Mit der Pfeiltaste nach oben oder nach unten verstellen ! Diese Stellung dient zur Überprüfung sämtlicher elektrischer Funktionen, und zur manuellen Betätigung der Antriebe be Diese Stellung dient zur Überprüfung sämtlicher elektrischer Funktionen, und zur manuellen Betätigung der Antriebe be Diese Stellung dient zur Überprüfung sämtlicher elektrischer Funktionen, und zur manuellen Betätigung der Antriebe be Diese Stellung dient zur Überprüfung sämtlicher elektrischer Funktionen, und zur manuellen Betätigung der Antriebe be...
Pagina 19
MANUELE BEDIENINGEN • p. 6.2 Nr.11 Hand Werkingscontrole of kortstondige manuele bediening van boilerpomp 2. Boilerpmpe 2/ Hier kan optioneel ook een externe pomp of een overdrachtspomp aangesloten of getest worden Ext-/Fernleitungspumpe (zie verwarmingskringschema). + Taste Nr.12 Hand Pumpe Heizkreis Handmatige bediening van de pomp van verwarmingskring 1.
Pagina 20
MANUELE BEDIENINGEN • p. 6.3 Nr.25 Hand Handmatige bediening van de motor van het driewegmengventiel 5. Mischer 5 (auf = open, zu = dicht) + Taste LET OP: de uitgang bevindt zich op de verwarmingskringmodule 2; is deze module niet - Taste aangesloten, dan verschijnt de indicatie "Heizkreismodul 2 nicht angesch/defekt".
Pagina 21
MANUELE BEDIENINGEN • p. 6.4 ← Verwarmingskringmodule 1 Kan alleen bij een aangesloten verwarmingskringmodule 1 getest worden! Controle van de temperatuurvoelers door verificatie van de verhouding tussen de weergegeven Nr.46 Hand waarden (in het bijzonder om verwisselingen van kabels te vermijden). Boilerfühler 3 52°...
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.1 Installateursinstellingen "+" en "-" 3 sec. gelijktijdig indrukken Installateurebene U bevindt zich in het installateursmenu. Parametrierung nach Voor de ingebruikname moeten alle installateursparameters gecontroleerd en geprogrammeerd worden volgens de exacte installatieconfiguratie. Heizungsschema und Ga door de parameters met de toetsen ↑ en ↓, pas de waarden aan met de toetsen Bedienungsanleitung "+"...
Pagina 23
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.2 Nr.A7 Heizkreis 1 Instelmogelijkheid om de verwarmingskring aan de overdrachtspomp toe te wijzen. De <keine Fernleitung> overdrachtspomp loopt echter pas wanneer een van de toegewezen pompen loopt. mit Fernleitung 1 bei Solarpuffer Nr.A8 Heizkreis 1 Activeren van de zonnebuffer voor de respectievelijke verwarmingskring. De verwarmingskring wordt ingeschakeld (volgens uurprogramma) wanneer het buffervolume voldoende temperatuur heeft.
Pagina 24
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.3 Nr.A11 Heizkreis 2 3 instelmogelijkheden voor verwarmingskring 2: <nicht vorhanden > - verwarmingskring niet aanwezig; - verwarmingskring enkel met pomp; nur Pumpe - verwarmingskring met pomp en gemotoriseerde driewegmenger uitgerust. mit Mischermotor auf Kesselplatine De parameters A12 - A19 verschijnen niet bij instelling "nicht vorhanden". Nr.A12 Heizkreis 2 Aanpassingsbereik: 0,2...3,5 (ref.
Pagina 25
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.4 bei Solarpuffer Nr.A18 Heizkreis 2 Zie verwarmingskring 1. <Sommer-Badheiz.AUS> Sommer-Badheiz.EIN bei Wahlschalt. Boil Estrichausheizen Nr.A19 Heizkreis 2 Zie verwarmingskring 1. <Estrichheizen- AUS> Estrichheizen- EIN Wahlschalt.Boil/Auto Nr.A21 Heizkreis 3 Zie verwarmingskring 1. <nicht vorhanden > Enkel mogelijk wanneer verwarmingskringmodule 1 (HKM1) aangesloten is nur Pumpe (anders verschijnt de storingsmelding "kein Heizkreismodul angeschlossen").
Pagina 26
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.5 Legionellenschutz Nr.B4 Boiler 1 Antilegionellaprogramma in- (ein) of uitschakelen (aus). <Legionellensch.AUS> Legionellensch.EIN De parameters B5 - B6 verschijnen niet tenzij B4 is geprogrammeerd. Legionellenschutz Nr.B5 Boiler 1 Aanpassingsbereik: 10-75°C (ref. fabrieksinstelling ("Werk"): 70°) Legionellenschutz Programmatie van de te bereiken boilertemperatuur in geval van een activering van het antilegionellaprogramma, beschreven in Nr.
Pagina 27
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.6 Nr.B90 Freigabe aller Vrijgave minimumboilertemperatuur. Boilertemp. Minimum Onafhankelijk van het uurschema ingesteld door de gebruiker (gebruikersinstellingen Nr. 1) - wanneer de boilertemperatuur onder de minimumwaarde (Nr. B3) zakt, start Ein 06:00 het laden van de boiler in dit uurschema Nr. B90 tot de ingestelde temperatuur wordt Aus 22:00 bereikt (Nr.
Pagina 28
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.7 Nr.C4 Pufferladung Verschijnt enkel wanneer parameter Nr.C1="Pufferpumpe + 2Fühler" Puffer- geprogrammeerd. Aanpassingsbereik: 20-80°C (ref. fabrieksinstelling ("Werk"): 60°) Solltemperatur 60° Programmatie van de ingestelde laadtemperatuur van de bodem van de buffertank Werk: 60° met 2 voelers. Nr.C4a Pufferladung Verschijnt enkel wanneer parameter Nr.C1="Pufferpumpe + 2Fühler"...
Pagina 29
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.8 Nr.C7 Programmatie van de supplementaire uitgang '49': < Störlampe > - Storingslamp (standaard fabrieksinstelling): de uitgang wordt gevoed door 230V van zodra er zich een probleem voordoet aan de ketel (mogelijkheid om een Externe Pumpe alarmlicht of -geluid, een relais, een telefoonzender, ... aan te sluiten). Fernleitungspumpe1 - Pomp externe kring (jumper J7 verwijderen: zie foto): de Externe-Kringfunctie wordt Schema jumpers:...
Pagina 30
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.9 Nr.D4 Programmatie van werking met of zonder Lambdasonde. ohne Lambda De Lambdasonde verbetert continu de verbrandingskwaliteit. In geval van een defecte Lambdasonde, kan deze worden geprogrammeerd als niet aanwezig ("ohne"). < mit Lambda > Nr.D5 Umschaltung Programmatie van het tijdstip dag- of nachtinstelling: het tijdsschema komt overeen Tag-Absenkung met de dagtijdsperiode.
Pagina 31
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.10 Nr.D7 Heizkreis 1-6 Aanpassingsbereik: 0…240 min (ref. fabrieksinstelling ("Werk"): 120 min) Sommerabschaltung Zomeruitschakeling: wanneer de buitentemperatuur binnen de "Sperrzeit" onder de ingestelde waarde (Nr.11) zakt, wordt de verwarming niet meer ingeschakeld. Sperrzeit 120min "Sperrzeit" = tijd voor het begin van de verlaagde-temperatuurfase. Werk: 120min Nr.D8 Sommerzeit...
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.11 Beschrijving van de instellingen 1. Boilerlading Het laden van de boiler is enkel in de stand "Auto" of "Boiler" mogelijk en wanneer de overeenkomstige boiler in het installa- teursscherm op "vorhanden" ingesteld is. Men onderscheidt 2 soorten boilerladingen: (voorbeeld voor boiler 1) ·...
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.12 5. Regelen van de verwarmingskringen Het regelen van een verwarmingskring is enkel in de stand "Auto" mogelijk en wanneer de betreffende verwarmingskring in het installateursmenu op "vorhanden" ingesteld staat. Men onderscheidt voor het regelen van elke verwarmingskring: −...
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.13 6. Verwarmingscurve (wet op watervoorziening) Voor elke verwarmingskring moet een ver- warmingscurve worden geprogrammeerd in functie van de isolatie van het gebouw en van het type hittestralers (zie de installateurs- instellingen p. 27 en 29). De verwarmingscurve geeft de te nemen waarde voor de parameters: −...
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.14 9. Eerste inwerkingstelling van een vloerverwarming Dit programma wordt geactiveerd wanneer de parameter A9 is ingesteld op "Estrichheizen-EIN". Temperatuurstijging: In het begin is de voorloop- temperatuur vastgesteld op A9a. Elke verwarmings- stap heeft een duur gelijk aan A9c.
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.15 13. Geforceerde werking In deze modus worden alle geprogrammeerde instellingen geblokkeerd. De ketel werkt op vollast, rekent met zeer lage bui- tentemperaturen en probeert zoveel mogelijk vermogen door het verwarmingssysteem te halen. Alle bedieningsorganen zo- als thermostatische klep en automatisch regelventiel moeten natuurlijk manueel opengezet worden om de nodige warmte- afvoer te kunnen vezekeren.
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.16 17. Verwarmingskringmodule 1 en 2 De standaard geleverde besturing laat toe 2 verwarmingskringen en 2 SWW-boilers te bedienen. Om andere verwarmingskringen en boilers te bedienen, is het mogelijk optioneel tot 2 "bus- modules" toe te voegen. Elke busmodule laat toe 2 kringen en 2 boilers te besturen. Zodoende kan de ketel tot 6 verwarmingskringen en 6 SWW-boilers sturen.
Hij mag niet starten tot de rookgastemperatuur van de houtketel zakt, aangevend dat hij zich in de uitschakelfase bevindt. b) Mazout- of gasketel: De inrichting van een mazout- of gasketel vereist een gedetailleerde studie van de behoeftes door een door Hargassner er- kend technicus.
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.18 22. Ruimtebediening FR25 Met ruimtevoeler Klemmen 1 en 2 aansluiten. Deze ruimtebediening beschikt naast het eigenlijke voelerelement ook over een draaiwieltje voor precieze aanpassing van de ingegeven ruimtetemperatuur op ±2-3°. De modusschakelaar dient voor het manueel aanpassen van de verwarmingskring- en op "continue dagwerking"...
INSTALLATEURSINSTELLINGEN • p. 7.19 23. Digitale ruimtebediening FR30 De digitale ruimtebediening kan zowel als afstandsbedie- ning, bv. bewaking op afstand in een bijhuis, als in de woonruimte gebruikt worden (er is geen ruimtevoeler). Er kan maximaal één ruimtebediening per ketel of maximaal twee ruimtebedieningen per verwarmingskringmodule aan de CAN-bus aangesloten worden.
Pagina 41
Storings- Veroorzaker Oorzaak/probleem Oplossing (na verhelping probleem op ENTER drukken) nummer Geen tekst en geen groen lampje op de I/O-printplaat Zekering F16 defect; fout bij netaansluiting Zekering F16 vervangen (zie printplaat- en zekeringsplan); netaansluiting aan klemmen 1 en 3 nakijken; peilmeter, op display opgelicht (klemmen 1-3);...
Pagina 42
Storings- Veroorzaker Oorzaak/probleem Oplossing (na verhelping probleem op ENTER drukken) nummer 0005 Aslade ledigen / schuifrooster stroef Aslade is voor 3/4 gevuld, of schuifrooster is HSV / CL 9-22 stroef; het toestel loopt verder; wanneer de Aslade ledigen, dan Enter-toets indrukken; aslade daarop nog steeds niet geledigd is, wanneer de aslade nog niet vol is, controleer het schuifrooster in de manuele bediening Nr.2 dan op soepelheid adhv stopt het toestel en geeft storing 0006 weer.
Pagina 43
Storings- Veroorzaker Oorzaak/probleem Oplossing (na verhelping probleem op ENTER drukken) nummer 0026 Ontstekingstijd overschreden De rookgastemperatuur heeft binnen de in- In keuzeschakelaarstand "Hand": gestelde ontstekingstijd (parameter P11) - bij aanvoervijzel (Nr.4) controleren of materiaal aangevoerd wordt; niet de ingestelde waarde bereikt (parameter - ontstekingsapparaat (Nr.7) controleren of het werkt en heet blaast;...
Pagina 44
Storings- Veroorzaker Oorzaak/probleem Oplossing (na verhelping probleem op ENTER drukken) nummer Asverwijderingsmotor juist aansluiten of controleren of stekker nr….-…. vast zit, of bekabeling nakijken. Kan het pro- 0043 Asverwijderingsmotor niet aangesloten Asverwijderingsmotor niet aangesloten of leidingsonderbreking, of asverwijderingsmotor bleem hiermee niet verholpen worden, neem dan contact op met technicus of servicecentrum; asverwijderingsmotor of I/O-printplaat defect.
Pagina 45
Storings- Veroorzaker Oorzaak/probleem Oplossing (na verhelping probleem op ENTER drukken) nummer 0067 Fout parameterinstelling Interne fout in parametergeheugen. Parameterinstellingen nakijken en corrigeren; bij hernieuwde fout de ketelbedieningseenheid vervangen. 0070 Laag pelletspeil opslagruimte Waarschuwingsdrempel overschreden (zie Opslagruimtepeil controleren en eventueel pelletopslagruimte opvullen. Na het opvullen het huidige peil in Nr.30 in- gebruikersinstellingen Nr.30 verbruiksweer- stellen.
Pagina 46
Storings- Veroorzaker Oorzaak/probleem Oplossing (na verhelping probleem op ENTER drukken) nummer 0124 Onderbreking boilervoeler 5 Voeler niet aangesloten of voeleronderbre- king. 0125 Kortsluiting boilervoeler 6 kortsluiting in voeler of in leiding 0126 Onderbreking boilervoeler 6 Voeler niet aangesloten of voeleronderbre- king.
Pagina 47
Storings- Veroorzaker Oorzaak/probleem Oplossing (na verhelping probleem op ENTER drukken) nummer 0221 Volgketel uitgevallen Geen verbinding met volgketel (ketel B-D) Parameter F6 nakijken: juiste aantal volgketels instellen; (enkel bij meerketeltoestellen) Parameter F1 nakijken: moet bij alle ketels op "Kaskade vorhanden" ingesteld zijn; Parameter F2 nakijken: elke ketel moet een eenduidig adres hebben (geen dubbel adres);...
Pagina 48
Storings- Veroorzaker Oorzaak/probleem Oplossing (na verhelping probleem op ENTER drukken) nummer 4420…4427 Rookgasventilator Rookgasventilator niet aangesloten of lei- Rookgasventilator juist aansluiten of controleren of stekker 8-10 vast zit en bekabeling of stekker tussen rookgas- dingsonderbreking, of rookgasventilator of ventilator en I/O-printplaat controleren. Kan het probleem hiermee niet verholpen worden, neem dan contact op met I/O-printplaat defect.
Pagina 49
Storings- Veroorzaker Oorzaak/probleem Oplossing (na verhelping probleem op ENTER drukken) nummer 4920…4927 Lambdasonde-verwarming Kortsluiting Lambdasondeverwarming of Kortsluiting verhelpen; controleren of stekker 76-79 vast zit en bekabeling nakijken; zekering F22 vervangen (zie Lambdasonde defect. printplaat- en zekeringsplan); kan het probleem hiermee niet verholpen worden, neem dan contact op met technicus of servicecentrum;...
Pagina 50
Verbrandingsstoring nr. 0029 Uw pelletstoestel is met een automatische verbrandingsbewaking, m.n. de Lambdasonde, uitgerust. Een verbrandingsstoring komt voor wanneer de CO²-waarde langer dan 5 min. (fabrieksinst. S5) onder 4% (fabrieksinst. S4) ligt, d.w.z. dat ofwel geen pellets aangevoerd worden of de ontsteking van het brandmateriaal mislukt is. De melding "Störing Nr.0029 Verbrennungsstöring"...
Pagina 51
Verbrandingsruimte overvol: De groene ontstekingsventilator uit de houder trekken (klemschroeven losmaken) en in de keuzeschakelaarstand "Hand" Nr.8 de ontsteking controleren door op de + toets te drukken (wanneer ze niet werkt ontsteking vernieuwen) en nakijken of er hete lucht uit stroomt (anders verwarmingselement van de ontsteking vernieuwen). Werd de fout verholpen of geen fout gevonden, kwiteer in de keuzeschakelaarstand "Auto"...
PARAMETERLIJSTEN • p. 9.1 Schema Datum: EPROM: ………….. Handtekening: Gebruikersparameters Menu Beschrijving Fabrieksinst. Gebruikersinst. Gebruikersinst. Nr.1 Boiler 1 dagelijkse tijd EIN 17:00 00:00 AUS 20:00 00:00 Bij programmatie van "Wochen-Uhr" (wekelijkse tijd) (menupunt Nr.D9 in de installateursinstellingen) Nr.1a Boiler 1 Mo Di Mi Do Fr Sa So EIN 17:00 00:00 AUS 20:00 00:00...
Pagina 53
PARAMETERLIJSTEN • p. 9.2 Nr.12 Verwarming uit bij verlaagde dagtemp. boven buiten- 8° temp. Nr.13 Verwarming uit bij verlaagde nachttemp. boven buiten- -5° temp. Vrijgave zuigertijd Nr.14 8:00 und 19:00 Uhr (bij 22 [kW]= 7:00, 14:00, 22:00)* Nr.15 Vakantieregeling Niet actief von…bis...
Pagina 54
PARAMETERLIJSTEN • p. 9.3 Installateursinstellingen (toegankelijk door toetsen "+" en "-" gelijktijdig in te drukken) Menu Beschrijving Fabriekinst. Gebruikersinst. Menu Beschrijving Fabriekinst. Gebruikersinst. Verwarmingskring 1 mit misch. A 55 VK 6 mengerlooptijd VK 1 curve 1,60 A 56 Ruimtebediening VK 6 nicht vorh.
Pagina 55
PARAMETERLIJSTEN • p. 9.4 C 7 Storingslamp / Met/zonder Lambdasonde ohne Lambda Störlampe ext./overdrachtspomp Omschak. Dag/verlaagde temp. 06:00-22:00 C 8 Overdrachtspomp ext. VK keine FL Vrijgave ontassing/reiniging 06:00-22:30 Bedrijfsvorm VK1-6 blokkeertijd zomeruitsch. 120min naargelang toesteltype D1a Omschakeleenheid nicht vorh. Omschak. zomertijd autom.
Pagina 56
PARAMETERLIJSTEN • p. 9.5 Fabrieksinstellingen Classic Waarden tussen haakjes enkel voor Classic 22 Menu Beschrijving Fabrieksinst. Gebruikersinst. Menu Beschrijving Fabrieksinst. Gebruikersinst. Min. vermogensbrand ketel Ontsteking stilstandstijd rook- 90min Ketelminimumtemperatuur 72° gastemperatuurstijging Ketelmaximumtemperatuur 73° Ontsteking rookgastemp. geen ontst. 120° Gewenste schouwvegertemp. ketel 70°...