INSTALLATEURSINSTELLINGEN
Nr.C4 Pufferladung
Puffer-
Solltemperatur
60°
Werk:
60°
Nr.C4a Pufferladung
Kesselsolltemp. bei
Pufferladung
78°
Werk:
78°
Nr.C5 Pufferzwangs-
Ladung / Tagesuhr
Ein 00:00
Ein 00:00
Aus 00:00
Aus 00:00
Nr.C6
Kessel
ext. Heizkreis
Solltemperatur
Werk:
60 °
Verschijnt enkel wanneer parameter Nr.C1="Pufferpumpe + 2Fühler"
geprogrammeerd.
Aanpassingsbereik: 20-80°C (ref. fabrieksinstelling ("Werk"): 60°)
Programmatie van de ingestelde laadtemperatuur van de bodem van de buffertank
met 2 voelers.
Verschijnt enkel wanneer parameter Nr.C1="Pufferpumpe + 2Fühler"
geprogrammeerd.
Aanpassingsbereik: 20-100°C (ref. fabrieksinstelling ("Werk"): 78°)
Programmatie van de ingestelde boilertemperatuur voor het laden van de buffertank
met 2 voelers.
(Enkel in geval van parameter Nr. C1= "Pufferpumpe + 2Fühler").
Programmatie van het (de) uurschema('s) volgens dewelke het laden van de
buffertank wordt aangehouden tot het bereiken van de ingestelde temperatuur Nr. C4.
Aanpassingbereik: 1°...84° (ref. fabrieksinstelling ("Werk"): 80°)
Ingestelde keteltemperatuur wanneer de externe kring geactiveerd is.
Als deze waarde gewijzigd wordt en een externe pomp geprogrammeerd is, moet ook
60°
in de fabrieksinstellingen de externe pompvrijgavetemperatuur Nr.L5 (fabrieksinst.:
50°C) aangepast worden. (ca. 5-10°C onder de gewenste keteltemperatuur Ne.C6.)
•
p. 7.7