• Carryall II Plus en Carryall VI: Wanneer de nok in de GEBRUIKSPOSITIE staat, zal het vrijloop-vergrende-
lingscircuit de motor doen stilvallen wanneer het snelheidspedaal wordt ingedrukt terwijl het voertuig in
VRIJLOOP staat. Wanneer de nok in de ONDERHOUDSPOSITIE staat, kan de monteur de motor in
VOORUIT, ACHTERUIT en VRIJLOOP laten draaien om het voertuig een onderhoudsbeurt te geven en/of te
repareren. Indien de vooruit-/achteruithendel echter op VOORUIT of ACHTERUIT staat en het snelheidspe-
daal wordt ingedrukt, zal de motor stilvallen.
OPMERKING
• PLAATS DE VERGRENDELINGSNOK NA HET ONDERHOUD WEER IN DE GEBRUIKSPOSITIE,
ANDERS ZAL DE MOTOR STILVALLEN WANNEER HET SNELHEIDSPEDAAL IS INGEDRUKT EN DE
VOORUIT-/ACHTERUITHENDEL IN VOORUIT OF ACHTERUIT STAAT.
VRIJLOOP
Figuur 9 Vrijloop-vergrendeling – Onderhoudspositie
CHOKE
De choke bevindt zich op het voorpaneel van de bank, onder en links van de linkerknie van de bestuurder. Indien
het voertuig bij koude temperaturen moeilijk start, gebruikt u de choke:
• Carryall I: Druk op de chokeknop om de choke in werking te stellen. Houd de knop tijdens het starten inge-
drukt en laat deze los wanneer de motor start en vlot draait. (Figuur 11, pagina 16).
• Carryall II, Turf II, II Plus en VI: Trek de chokehendel uit om de choke in werking te stellen. Laat de hendel
los wanneer de motor vlot begint te draaien. (Figuur 12, pagina 16).
OLIELAMPJE
De Carryall met benzinemotor heeft op het dashboard, net boven de stuurkolom, een waarschuwingslampje voor
het oliepeil. (Figuur 13, pagina 16). Indien dit lampje brandt, moet u de olie controleren en zo nodig olie bijvullen
voor u het voertuig verder gebruikt. Het voertuig mag nooit blijven rijden wanneer het lampje onafgebroken brandt.
Als het lampje aan en uit gaat, mag u blijven rijden maar moet u zo snel mogelijk olie bijvullen. Als het oliepeil
correct is maar het lampje blijft branden, laat u het voertuig nakijken door een getrainde monteur.
VOORZICHTIG
• ALS HET WAARSCHUWINGSLAMPJE CONSTANT BRANDT, MOET U ONMIDDELLIJK OLIE BIJVUL-
LEN, ANDERS KUNT U DE MOTOR BLIJVEND BESCHADIGEN.
VOORUIT
Handleiding voor de eigenaar van een Carryall benzinevoertuig 1999
VRIJLOOP
Figuur 10 Vrijloop-vergrendeling – Gebruikspositie
Bedieningen
VOORUIT
15