Figuur 5 Vooruit-/achteruithendel
VOORUIT-/ACHTERUITHENDEL
De vooruit-/achteruithendel bevindt zich op het voorpaneel van de bank. (Figuur 5, pagina 13). De hendel heeft
drie standen: F (vooruit), N (vrijloop) en R (achteruit). Draai de hendel naar de bestuurder toe (F) om VOORUIT te
rijden en naar de passagier toe (R) om ACHTERUIT te rijden. Alle Carryall-voertuigen van het bouwjaar 1999
hebben een lagere snelheid in ACHTERUIT.
• Voor de Carryall I, de Carryall II en de Carryall Turf II: Met de hendel omhoog (op N (neutral)) staat het
voertuig in VRIJLOOP en draait de motor neit.
• Voor de Carryall II Plus en VI: De motor draait stationair wanneer de hendel op NEUTRAL (VRIJLOOP)
staat.
SNELHEIDSPEDAAL
Het snelheidspedaal is het pedaal rechts, gemerkt met het woord GO. (Figuur 6, pagina 13).
OPMERKING
• HET VERSNELLINGSPEDAAL WERKT ANDERS DAN HET GASPEDAAL VAN EEN AUTO. VOOR DE
CARRYALL I, DE CARRYALL II EN DE CARRYALL TURF II: MET HET CONTACTSLOT IN DE ON (AAN)
-STAND EN DE VOORUIT-/ACHTERUITHENDEL IN VOORUIT OF ACHTERUIT, SCHAKELT HET
INDRUKKEN VAN HET SNELHEIDSPEDAAL AUTOMATISCH DE PARKEERREM UIT EN RIJDT HET
VOERTUIG IN DE GEKOZEN RICHTING (VOORUIT OF ACHTERUIT). VOOR DE CARRYALL II PLUS
EN DE CARRYALL VI: DE MOTOR MOET EERST DRAAIEN ALVORENS DE VOORUIT-/ACHTERUI-
THENDEL KAN WORDEN VERPLAATST EN HET SNELHEIDSPEDAAL MAG WORDEN INGEDRUKT.
WANNEER MEN HET SNELHEIDSPEDAAL INGEDRUKT HOUDT, NEEMT DE SNELHEID TOE TOT
AAN DE MAXIMUMSNELHEID. BIJ HET LOSLATEN VAN HET SNELHEIDSPEDAAL:
– CARRYALL I, CARRYALL II EN CARRYALL TURF II: DE MOTOR KRIJGT GEEN ENERGIE MEER EN
HIJ STOPT MET DRAAIEN.
– CARRYALL II PLUS EN CARRYALL VI: DE MOTOR DRAAIT STATIONAIR.
REMPEDAAL
Het rempedaal is het grote pedaal links, gemerkt met het woord STOP. (Figuur 6, pagina 13). Druk met uw voet
het rempedaal in om het voertuig te doen vertragen of stoppen. (Figuur 7, pagina 14).
Handleiding voor de eigenaar van een Carryall benzinevoertuig 1999
Figuur 6 Snelheidspedaal
Bedieningen
13