Montage En Plaats Van Detectors - Honeywell 3000 MkIII Series Technische Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

SERIE 3000 MKIII TECHNISCHE HANDLEIDING

5.1 Montage en plaats van detectors

Opgelet:

De plaatsing van detectors moet gebeuren in overeenstemming met alle relevante lokale

en nationale wetten, standaarden of praktijkrichtlijnen. Vervang detectors altijd door detectors van

hetzelfde type.

De detector moet worden gemonteerd op een plaats waar de meeste kans bestaat dat er gas aanwezig is. Bij

de plaatsing van gasdetectors dient men rekening te houden met het volgende.

•

Bij het plaatsen van detectors dient u rekening te houden met eventuele beschadiging door weersinvloeden,

bijv. regen of overstroming.

•

Zorg ervoor dat de detector gemakkelijk toegankelijk is voor functietests en service.

•

Denk eraan hoe ontsnappend gas zich gedraagt bij natuurlijke of gedwongen luchtstromen.

Opmerking: Voor de plaatsing van de detectors volgt u het advies van experts die gespecialiseerd zijn in

gasverspreiding, experts die op de hoogte zijn van de procesinstallatie en de bijbehorende uitrusting, het

veiligheids- en technisch personeel. De overeenstemming die werd bereikt over de plaatsing van de detectors

moet worden vastgelegd.

Monteer de Serie 3000 MkIII met de sensor naar beneden gericht. Integrale montagebeugels (geschikt voor

M8 bouten) zijn voorzien op de behuizing van de Serie 3000 MkIII transmitter voor montage aan de muur. Een

optionele pijpmontagebeugel (onderdeelnr. SPXCDMTBR) is beschikbaar voor de montage aan een leiding/paal

met een diameter van 20,00 tot 80,00 mm (0,8" tot 3,1").

Afbeelding 3: Pijpmontage

Afbeelding 4: Wandmontage

MAN0917_Uitgave 6_08/2015

Inhoudsopgave

Advertenties

Inhoudsopgave