Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Weergave Fout-/Waarschuwingsbericht Van Detector; Bediening Fout/Waarschuwing Detector; Reflex™ Diagnose Celfouten - Honeywell 3000 MkIII Series Technische Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

SERIE 3000 MKIII TECHNISCHE HANDLEIDING
13. Weergave fout-/waarschuwingsbericht van
detector
De onderstaande tabel toont de waarschuwings-/foutcodes, de betekenis en de aanbevolen oplossing.
Waarschuwings-/
foutcode
Waarschuwingen
W01
W02
W03
Storingen
F01
F02
F03
F04
F05
F06
F07
F08
F09
F10
F11
13.1 Werking fout/waarschuwing detector
Fouten worden via de code op het display en de 3 mA (standaard)-uitgang gesignaleerd. Als de oorzaak van de fout
wordt opgelost, keert 4-20 mA terug naar normale werking, maar blijft het display de foutcode aangeven. Zo kan de
gebruiker de code zien voordat hij '' (langer dan 2 sec. en korter dan 5 sec.) gebruikt om de code van het display
te verwijderen.
Waarschuwingen worden via de code op het display gesignaleerd. Waarschuwingen hebben geen invloed op de mA-
uitgang van de detector*. Als de oorzaak van de waarschuwing wordt opgelost, blijft het display de waarschuwingscode
weergeven tot de gebruiker '' gebruikt om de code van het display te verwijderen.
Fouten of waarschuwingen waarvan de oorzaak nog niet is opgelost kunnen niet worden verwijderd.
* Opmerking: De kalibratiewaarschuwing kan worden geconfigureerd om een foutuitgang te veroorzaken (zie deel
12 voor meer details).
13.2 Reflex™ diagnose van celfouten
Series 3000 MkIII gebruikt de gepatenteerde Reflex™-routine voor de diagnose van celfouten. Reflex™ controleert
de aanwezigheid van cellen, droge cellen, open cellen of kortsluiting. Als een elektrochemische cel niet voor deze test
slaagt, wordt de foutcode van de sensor weergegeven. Reflex™ wordt elke 8 uur automatisch door de transmitter
opgestart. Het systeem wordt ook opgestart bij het inschakelen en bij het verwisselen van de sensor of verwisselen
van de sensorcellen.
Opmerking: Regelmatige gascontroles en -kalibraties moeten toch worden uitgevoerd. Reflex™ wordt niet gebruikt
bij nitride-oxide- of zuurstofcellen.
Beschrijving
Limiet bedrijfstemperatuur sensor
overschreden.
Kalibratie overtijd.
Limiet transmittertemperatuur overschreden.
Communicatiestoring sensor/transmitter
Celstoring
Nulafwijking (>5% van schaal)
Geen sensor gedetecteerd
Sensor EEPROM defect
Lage spanning
Storing communicatiebewaking
RAM lees-/schrijffout
Flashgeheugen defect
Code flashgeheugen defect
Misaanpassing DAC-uitgang
Gebruik '' om het bericht te verwijderen als
de waarden weer binnen de limieten liggen.
Kalibreer de detector opnieuw. Schakel de
waarschuwing uit
Gebruik '' om het bericht te verwijderen als
de waarden weer binnen de limieten liggen.
Vervang sensor
Vervang sensor
Voer kalibratie/nulstelling opnieuw uit
Vervang sensor
Vervang sensor
Controleer spanning.
Vervang detector.
Gebruik '' om bericht te verwijderen.
Vervang detector.
Schakel detector uit en weer in.
Vervang detector
Vervang detector
Vervang detector
Schakel detector uit en weer in.
Vervang detector
27
MAN0917_Uitgave 6_08/2015
Handeling

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave