SERIE 3000 MKIII TECHNISCHE HANDLEIDING
Interne inductie van het veldapparaat = Li
Capaciteit van de kabel per meter = Cc
Inductie van de kabel per meter = Lc
Totale toegestane capaciteit voor de kabel = Ccmax
Totale toegestane inductie voor de kabel = Lcmax
Alle capaciteitsmetingen worden uitgevoerd in microfarads, alle inductantiemetingen worden uitgevoerd in
millihenries. We gebruiken de veiligheidsbeschrijving van een MTL7787+ voor een IIC-gas als voorbeeld:
Veiligheidsbeschrijving: 28 V, 93 mA, 0,651 W
Co = 0,083 microfarads
Lo = 3,05 millihenries
Totale toegestane capaciteit van de kabel Ccmax = Co-Ci, Ccmax = 0,083-0 = 0,083
Totale toegestane inductie voor de kabel Lcmax = Lo-Li, Lcmax = 3,05-0 = 3,05
Als het kabeltype bekend is, moeten de parameters van de producent worden gebruikt. Zo niet, dan gebruikt
u de hieronder aanbevolen waarden:
Voor installaties in Noord-Amerika:
Cc = 60 pF/voet (0,00006 microfarads) en Lc = 0,2 microhenries/voet (0,0002 millihenries)
Voor installaties in Europa:
Cc = 200 pF/m (0,0002 microfarads) en Lc = 0,66 microhenries/m (0,00066 millihenries)
Als we de waarden per meter gebruiken voor installaties in Europa:
Maximumlengte van de kabel vanwege de capaciteit = Ccmax/Cc = 0,083/0,0002 = 415 meter
Maximumlengte van de kabel vanwege de inductie = Lcmax/Lc = 3,05/0,00066 = 4621,21 meter
Zoals vaak het geval is, is capaciteit de meest limiterende factor. Dit betekent dat de maximumkabellengte
415 meter is.
Opmerking: Gezien de circuitbeperkingen mag u geen kabel gebruiken die langer is dan 1219 meter
(4000 voet), zelfs als de bovenstaande formules een langere lengte toelaten.
6.3 Aanbevolen barriers en isolators
Hieronder staan enkele aanbevolen barriers en isolators voor gebruik met de Serie 3000 MkIII.
MTL7728+ (zener barrier met één kanaal)
MTL7787+ (zener barrier met twee kanalen)
MTL5042 (galvanische isolator)
Pepperl+Fuchs KFD2-STC4-EX1 (galvanische isolator)
Opmerking: De gebruiker moet zeker stellen dat de gebruikte barrier of isolator geschikt is voor de toepassing
en een certificering heeft die goedgekeurd is door de officiële regelinstantie.
N.B: Als de gebruiker de detector in een veilige zone installeert zonder barrières of isolators, moet een
geschikte laadresistor (33~250 Ω) op de detector aangesloten worden.
Opgelet:
Een eenkanaals barrier is alleen geschikt indien gebruikt samen met een controller die
een laadresistor in de bron- of positieve toevoerlijn levert, waarbij het negatieve contact van de
barrierinput op de aardverbinding is aangesloten.
13
MAN0917_Uitgave 6_08/2015