9. Aanloop asafdichting
De afdichtingsvlakken van de asafdichting worden
gesmeerd met de verpompte vloeistof, en dit bete-
kent dat een bepaalde lekkage vanuit de afdichting
kan worden verwacht.
Tijdens de eerste bedrijfsuren van de pomp, of wan-
neer een nieuwe asafdichting wordt geïnstalleerd, is
een bepaalde aanloopperiode nodig voordat de lek-
kage geminimaliseerd wordt. De benodigde periode
hangt af van de bedrijfscondities, d.w.z. elke keer dat
bedrijfscondities veranderen wordt in principe een
nieuwe aanloopperiode geïnitieerd.
Onder normale omstandigheden verdampt de lek-
kende vloeistof. Het gevolg hiervan is dat er geen
lekkage gedetecteerd wordt.
Maar sommige vloeistoffen, zoals petroleum, ver-
dampen niet. Het lek verschijnt daardoor als een sto-
ring van de asafdichting.
10. Onderhoud
Waarschuwing
Voordat u met werkzaamheden aan de
pomp begint, dient u er zeker van te zijn
dat de voedingspanning is uitgeschakeld
en niet per ongeluk kan worden ingescha-
keld.
De inwendige pomponderdelen zijn onderhoudsvrij.
Het is belangrijk de motor schoon te houden, om te
zorgen voor voldoende koeling van de motor. Als de
pomp staat opgesteld in een stoffige omgeving, dan
moet hij regelmatig gecontroleerd en gereinigd wor-
den. Houd bij het schoonmaken rekening met de
beschermingsklasse van de motor.
De motor beschikt over onderhoudsvrije, voor het
leven gesmeerde lagers.
10.1 Bescherming tegen vorst
Pompen die niet worden gebruikt tijdens vorstperio-
des dienen te worden ontdaan van vloeistof om
schade te voorkomen.
Verwijder de vul- en aftappluggen. Zie afb. 4.
Breng de pluggen niet opnieuw aan totdat de pomp
weer in bedrijf wordt genomen.
Voordat de pomp na een periode van stil-
stand weer wordt opgestart, dienen de
Voorzichtig
pomp en de zuigleiding volledig gevuld te
worden met vloeistof. Zie paragraaf
8.1 Vullen met
vloeistof.
10.2 Reinigen
Voorafgaand aan een lange periode van stilstand
moet de pomp met schoon water worden doorge-
spoeld om corrosie en neerslag in de pomp te voor-
komen.
11. Service
Waarschuwing
Als een pomp is gebruikt voor een vloei-
stof die giftig is of schadelijk is voor de
gezondheid, dan wordt de pomp als ver-
ontreinigd aangemerkt.
Voordat de pomp aan Grundfos wordt geretourneerd
voor service, moet de Veiligheidsverklaring aan het
einde van deze instructies door daartoe bevoegd
personeel worden ingevuld en op een zichtbare plek
aan de pomp worden bevestigd.
Als Grundfos wordt gevraagd de pomp te servicen,
dan dient de pomp vrij van stoffen te zijn die giftig of
anderszins gevaarlijk voor de gezondheid zijn.
Als de pomp is gebruikt voor dergelijke stoffen, dan
moet de pomp worden gereinigd voordat deze retour
wordt gezonden.
Wanneer afdoende reiniging niet mogelijk is, dan
moet alle relevante informatie over de chemische
stof worden verstrekt.
Indien het bovenstaande niet is uitgevoerd, kan
Grundfos weigeren de pomp in service te nemen.
Mogelijke kosten voor het terugsturen van de pomp
zijn voor rekening van de klant.
De veiligheidsverklaring kunt u vinden aan het einde
van deze instructies (alleen in het Engels).
12. Technische gegevens
12.1 Beschermingsklasse
Standaard: IP55.
12.2 Geluidsbelasting
De geluidsbelasting van de pompen is lager dan
70 dB(A).
12.3 Frequentie van in- en uitschakelingen
Maximaal 100 inschakelingen per uur.
12.4 Omgevingstemperatuur
Maximale omgevings-
temperatuur
+55 °C (131 °F)
12.5 Opslag- en transporttemperatuur
-50 °C t/m +70 °C.
Vloeistoftemperatuur
+90 °C (194 °F)
7