Inhoudsopgave
Advertenties
4.
Plaats de opvangbak onder de remnaaf aan de andere zijde van
het wiel.
5.
Verwijder de plug uit de onderkant van de naaf en laat de olie
eruit lopen.
6.
Als alle olie eruit gelopen is, zet u de plug weer terug in de
naaf.
7.
Vul SAE85W-140 wt. tandwielolie bij van een goede kwaliteit
om het peil tot aan de bodem van de opening te brengen en
installeer de plug weer.
8.
Herhaal deze procedure bij de tandwielbehuizing aan de andere
kant.
TOESPOOR VAN HET ACHTERWIEL
(Afb. 50)
Controleer het toespoor van het achterwiel om de 800 bedrijfsuren
of jaarlijks.
1.
Meet de afstand tussen de middelpunten (op ashoogte) voor en
achter de stuurwielen. De afstand voor de wielen moet
korter zijn dan de afstand achter de wielen.
2.
Maak de klemmen aan beide uiteinden van de centerpennen los
om af te kunnen stellen.
3.
Draai de centerpen om de voorkant van het wiel naar binnen of
naar buiten te draaien.
4.
Maak de klemmen van de centerpennen weer vast als de
afstelling correct is.
WETTEN
Tijdens het wetten zullen de messenkooien misschien
klem komen te zitten. Probeer de messenkooien niet met
de hand opnieuw op gang te krijgen of de messenkooien
aan te raken tijdens het wetten. Zet de motor af en zet de
maaihoogte-knop één positie verder richting "A".
N.B.: Tijdens het wetten draaien de voorste maai-eenheden samen
en de achterste maai-eenheden samen.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de maai-
eenheden zakken, zet de motor af, activeer de parkeerrem en
LET OP
1.
Controle/Aftapplug
1
⁄
inch
4
1.
Plaats aftapplug
1.
Aftappluggen (3)
Afbeelding 47
Afbeelding 48
Afbeelding 49
(Uitsluitend model 03801)
39
Advertenties
Inhoudsopgave
