Configuratie [Configuration]
verschijnt.
3 Omgevingsvoorwaarden [Ambient conditions]
of touchscreen).
Omgevingsvoorwaarden [Ambient
conditions]
verschijnt.
4
Gewenste instelling selecteren (joystick of touchscreen).
5
Met
selectie bevestigen of met
11 Meting uitvoeren
selecteren (joystick
X
het menu verlaten.
73