8.4.4 Hoog / laag regeling (d.m.v. een tweetraps thermostaat of externe weers-
afhankelijke regeling)
U kunt een tweetraps kamerthermostaat of een tweetraps externe weersafhankelijke
regeling aansluiten. Het toestel wordt dan hoog / laag bestuurd. Voer bij aansluiten de
volgende handelingen uit:
- Sluit de 1e trap (aan / uit) aan op de klemmen 3 en 4 van de 24-polige klemmen-
strook.
- Sluit de tweede trap (laag / hoog) aan op de klemmen 5 en 6.
- De interne regeling van het toestel dient op hoog / laag regeling ingesteld te wor-
den, zie Par. 6.5.4, parameter A.
Ook in dit geval kan de maximale aanvoertemperatuur worden ingesteld, zie Par.
6.5.1, parameter !.
8.5 Boilerregeling
De Remeha Quinta 85 is standaard voorzien van een boilerregeling, die op verschil-
lende manieren benut kan worden, zie Par. 6.6.3. De regeling is uitgevoerd met een
zgn. boilervoorkeurschakeling. Dit houdt in dat bij gelijktijdige warmtevraag van de boi-
ler en de c.v., de boiler de voorkeur krijgt.
8.5.1 Aansluiten van een 230 Volt boilerpomp
Hiervoor is een AM3-print (Remeha accessoire) noodzakelijk. Sluit de print aan op de
voorbedrade connectoren volgens het meegeleverde aansluitschema. Sluit vervolgens
de boilerpomp aan op de klemmen 17 en 18 van de ketel-aansluitklemmenstrook en
de aarde op de aardrail.
Boilertemperatuurregeling
De boilertemperatuur kan op twee manieren worden geregeld. Met behulp van een
boilerthermostaat of met behulp van een Remeha temperatuursensor (standaard voor
de Remeha boilers). Aansluiting van zowel de thermostaat als van de sensor op de
klemmen 7 en 8 van de 24-polige klemmenstrook. De aansluitingen mogen onderling
verwisseld worden. (Zie voor instellingen Par. 6.6.3). Indien de aansluitkabel van de
boilerthermostaat of -sensor langer is dan 3 meter, adviseren wij u om het EMC-filter
(accessoire) te gebruiken.
8.6 Overige aansluitingen
8.6.1 Externe circulatiepomp
De Quinta 85 moet worden uitgevoerd met een externe circulatiepomp. De externe cir-
culatiepomp kan vervolgens aangesloten worden op de klemmen 19 en 20 van de 24-
polige klemmenstrook en de aardrail. Het maximum opgenomen vermogen bedraagt
220 VA.
59