7.3.4 Overige eisen
Rookgasafvoermateriaal:
Enkelwandig, star: roestvaststaal, dikwandig aluminium of kunststof met Gastec QA of
KOMO-merk.
Flexibel: roestvaststaal of kunststof met Gastec QA of KOMO-merk.
Rookgasafvoerconstructie:
De toe te passen rookgasafvoerleiding dient qua constructie op naden en verbindin-
gen lucht en waterdicht te worden uitgevoerd of naadloos. Horizontale gedeelten in de
rookgasafvoer moeten op afschot liggen richting toestel (minimaal 3 cm per meter).
Voeringkanalen:
Als voeringkanalen worden toegepast, dienen deze vervaardigd te worden uit een
luchtdichte, dikwandige starre aluminium of roestvaststalen constructie (ook buigbare
kunststof en roestvaststalen voeringpijpen zijn toegestaan). Aluminium is toegestaan,
mits er geen contact is met het bouwkundige gedeelte van het rookgasafvoerkanaal.
Inspectie van het voeringkanaal moet mogelijk zijn.
Luchttoevoermateriaal:
Enkelwandig, star of flexibel: aluminium, roestvaststaal of kunststof.
Luchttoevoerconstructie:
Bij toepassing van de gesloten toesteluitvoering dient ook de luchttoevoerleiding lucht-
dicht te worden uitgevoerd. Dit ter voorkoming van aanzuiging van 'valse' lucht. Hori-
zontale gedeelten in de luchttoevoer moeten op afschot liggen richting toevoeropening.
7.3.5 Toelichting bij de rookgasafvoertabellen
In tabel 13, tabel 14 en tabel 15, wordt voor verschillende situaties de maximaal te
overbruggen afstand tussen ketel en doorvoer aangegeven. Deze maximale afstand is
begrensd op 40 meter (open uitvoering) of 20 meter (gesloten uitvoering). Voor die
situaties waarin de tabellen niet voorzien, doordat er meer bochten toegepast dienen
te worden dan in de voorbeeldsituaties zijn opgenomen, is tevens aangegeven hoe-
veel meter pijp per extra 45° of 90° bocht op de tabelwaarden in mindering dient te
worden gebracht. In een dergelijk geval kan, indien aangegeven, worden uitgegaan
van de tussen haakjes vermelde weerstandslengte. Tevens staat aangegeven hoeveel
meter weerstandslengte bij de tabelwaarden opgeteld kan worden, indien een belas-
tingreductie van 10% mogelijk is. Hierdoor is het mogelijk om in die situaties waarbij
niet het volledige toestelvermogen noodzakelijk is, eventueel voor een kleinere leiding-
diameter te kiezen.
37