C
Ventilatortoerental vollast tij-
dens warmwaterbedrijf.
D
Intern.
E
Intern.
F
Intern.
G
Gedwongen laaglasttijd na start
c.v.-bedrijf.
H
Start toerental.
I
Overtemperatuur c.v.-water bij
warmwaterbedrijf t.o.v. boiler-
temperatuur (parameter #).
(Zie ook Par. 6.6.3)
J
Warmwater aansturing.
(zie ook Par. 7.6.2)
L
PWM-pomp aansturing (optie).
N
Inschakeldifferentie aanvoer-
temperatuur c.v.-bedrijf. (Zie
ook Par. 6.6.4)
O
N.v.t.
P
Keteluitvoering.
T
Intern.
U
Maximale blokkeringstijd bij blij-
vende warmtevraag.
(Zie ook Par. 6.6.5)
Q
Gewenste aanvoertemperatuur
bij 0 Volt. (Zie ook Par. 6.6.6)
Y
Gewenste aanvoertemperatuur
bij 10 Volt. (Zie ook Par. 6.6.6)
_
Intern
tabel 09
Instelmode serviceniveau
10 t/m 70
len
Niet wijzigen
Niet wijzigen
Niet wijzigen
00 t/m 15 minuten
Niet wijzigen
00 t/m 30°C
00 wisselklep
(A = c.v. en B = boiler)
01 boilerpomp
02 wisselklep
(A = boiler en B = c.v.)
1
e
cijfer: pompstand bij cv
e
2
cijfer: pompstand tijdens
nadraaien
1) (= -10°C) t/m 20°C
Niet wijzigen
Niet wijzigen
00 t/m 99 minuten
5) (= -50) t/m 50°C
Let op: optie
50 t/m (( (= 299)°C
Let op: optie
Niet wijzigen
29
honderdtal-
)0 (=100)
)0 (=100)
62
00
20
03
20
20
01
)3
03
80
01
15
00
01