Inhoudsopgave
Advertenties
7 Inbedrijfstelling
7.5
Olie-instellingen
Tab.15
Standaard afstelwaarden
Brandervermogen
Oliedruk
CO
2
Luchtdruk bij de kop
Afb.43
Luchtklep instellen
-
+
42
EFU
7.5.1
Controleer de verbranding door het CO
gasafvoer.
Om meetfouten te voorkomen moet de route die de verbrandingspro
ducten volgen tussen de ketelbuis en de schoorsteen lekdicht zijn.
De ketel moet minstens 5 minuten werken als de ketel al op temperatuur
is en minstens 10 minuten als de ketel koud is.
1. Schroef de dop in het rookgasmeetpunt los.
2. Sluit de rookgasanalysator aan. Zorg dat de opening rond de sensor
3. Meet het CO
4. Vul onderstaande tabel aan met de gemeten waarden.
5. Als het CO
6. Draai de dop terug op het rookgasmeetpunt zodra de meting is vol
Fabrieksinstellingen
Eenheid
kW
bar
% volume
mbar
7.5.2
1. Draai de schroef los (inbussleutel 4, bijgeleverd).
2. Stel de opening van de luchtklep af.
3. Draai de schroef vast.
MW-6000622-1
Verbranding van de brander instellen
tijdens de meting goed is afgedicht.
-gehalte van de rookgassen.
2
Tab.14
Gemeten waarden
Brandervermogen (kW)
Oliedruk (MPa (bar))
CO
(%)
2
-gehalte niet overeenkomt met de vereiste waarde, moet
2
dit worden bijgesteld door de stelschroef op de luchtklep te draaien.
tooid.
EFU 36
40
13
12,0
3,4
Luchtklep afstellen
Tab.16
Waarden instellen
EFU 36
EFU 46
-percentage te meten in de rook
2
Gemeten waarden
EFU 46
50
14
12,0
6
Luchtklep instellen
120
130
7611914 - v02 - 24112016
Advertenties
Inhoudsopgave
