Afb.19
Afb.20
7611914 - v02 - 24112016
De ketel is volledig voorbedraad. De interne aansluitingen van het bedie
ningspaneel niet wijzigen.
Voor de netvoeding wordt gebruik gemaakt van de voorbedrade aansluit
kabel in het apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door
de fabrikant, zijn servicedienst of een persoon met een gelijkwaardige vak
kennis, teneinde ieder gevaar uit te sluiten.
Sluit het apparaat aan op een circuit dat voorzien is van een meerpolige
schakelaar met een contactopeningsafstand van 3 mm of meer.
Alle andere uitwendige aansluitingen kunnen uitgevoerd worden met be
hulp van de aansluitstekkers (laagspanning).
De aarding dient te voldoen aan norm AREI
Opgelet
Houd de sensorkabels gescheiden van de 230 V stroomkabels.
De installatie moet voorzien zijn van een hoofdschakelaar.
Alle aansluitingen worden gemaakt op de hiervoor bedoelde klemmenstro
ken in het aansluitkastje van de ketel.
Het beschikbare vermogen per uitgang is 450 W (2A, met cos ϕ = 0,7) en
de startstroom moet lager dan 16A zijn. Indien de belasting één van deze
waarden overschrijdt, dient de afschakeling te geschieden door middel
van een schakelrelais dat in geen geval gemonteerd mag zijn in het bedie
ningspaneel. De som van de stroomsterkten van alle uitgangen mag niet
meer dan 4 A bedragen.
Toelichting
Het niet-naleven van deze regels kan interferenties veroorzaken
en leiden tot een slechte werking van de regeling en eventuele be
schadiging van de elektronische circuits.
6.5.2
1. Verwijder het bovenpaneel.
MW-5000110-2
2. Verwijder het onderste voorpaneel.
MW-5000105-2
Toegang tot de elektronische kaart
6 Installatie
EFU
33