Energie besparen met de kookplaat
Gebruik pannen met dikke, egale bodems. Niet-
■
egale bodems verhogen het energieverbruik.
De diameter van de bodem van de pan dient
■
overeen te komen met de grootte van de kookzone.
Vooral te kleine pannen op de kookzone zorgen
voor energieverlies. Let op: de fabrikanten geven
vaak de diameter van de bovenkant van de pan aan.
Deze is meestal groter dan de diameter van de
pannenbodem.
Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pan.
■
Een grote, slechts weinig gevulde pan heeft veel
energie nodig.
Sluit de pannen altijd af met een passend deksel.
■
Wanneer u kookt zonder deksel heeft u vier maal
meer energie nodig.
Kook met weinig water. Dit bespaart energie. Bij
■
groente blijven vitamines en mineralen behouden.
Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.
■
Maak gebruik van de restwarmte. Schakel bij
■
langere bereidingstijden al 5-10 minuten voor het
einde van de bereidingstijd de kookzone uit.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
5Plaatsen en aansluiten
P l a a t s e n e n a a n s l u i t e n
Elektrische aansluiting
Het apparaat mag alleen door geschoold personeel
worden aangesloten.De voorschriften van de
betreffende elektriciteitsmaatschappij dienen beslist te
worden nageleefd.
Wordt het apparaat verkeerd aangesloten, dan vervalt
bij schade het recht op garantie.
Attentie!
Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze door
de fabrikant, door de servicedienst of door een erkende
monteur worden vervangen.
:
Waarschuwing – Levensgevaar!
Bij contact met onder spanning staande onderdelen
bestaat er elektrocutiegevaar.
Pak de stekker uitsluitend met drogen handen beet.
■
Trekt u de aansluitkabel eruit, pak hem dan altijd
■
direct bij de stekker vast en niet aan de kabel zelf,
omdat deze dan beschadigd kan raken.
Trek de stekker nooit tijdens het gebruik uit het
■
stopcontact.
Houd u aan de volgende instructies en zorg ervoor dat:
Aanwijzingen
de stekker in het stopcontact past.
■
de doorsnede van de elektrische kabel groot
■
genoeg is.
het aardingssysteem volgens de voorschriften is
■
geïnstalleerd.
de vervanging van de aansluitkabel (indien nodig)
■
alleen plaatsvindt door een vakkundig monteur.Een
nieuwe kabel is verkrijgbaar bij de Servicedienst.
er geen meervoudige stekkers/contactdozen en/of
■
verlengkabels worden gebruikt.
er bij gebruik van een aardlekschakelaar alleen een
■
type met het symbool
Alleen aardlekschakelaars met dit symbool voldoen
aan de geldende voorschriften.
de stekker altijd bereikbaar is.
■
de aansluitkabel niet wordt geknikt, bekneld,
■
gewijzigd of doorgesneden.
de aansluitkabel niet in contact komt met
■
warmtebronnen.
Voor de installateur
De installatie dient te beschikken over een
■
schakelaar met een contactopening van minstens
3 mm. Bij aansluiting met een stekker is dit niet
noodzakelijk wanneer de stekker voor de gebruiker
toegankelijk is.
Elektrische veiligheid: het fornuis is een apparaat
■
van veiligheidsklasse I en mag alleen met een
geaarde aansluiting worden gebruikt.
Voor de aansluiting van het apparaat dient een kabel
■
van het type H 05 VV-F of gelijkwaardig te worden
gebruikt.
Plaatsen en aansluiten
wordt gebruikt.
z
nl
9