Geavanceerde HemoSphere-monitor
G.3.1 Kwaliteit van service voor draadloze technologie
De draadloze technologie van de geavanceerde HemoSphere-monitor maakt de overdracht van fysiologische
gegevens, alarmen en kennisgevingen van apparatuur mogelijk naar ondersteunde ziekenhuisinformatiesystemen
(HIS). Deze technologie is alleen bedoeld voor elektronische vastlegging en archiveringsdoeleinden.
Draadloos overgezonden gegevens zijn niet bedoeld voor beheer van alarmen op afstand of realtime externe
visualisatiesystemen voor gegevens. De kwaliteit van de dienstverlening (QoS) wordt aangegeven in termen
van totaal gegevensverlies voor een normale verbinding waarbij de geavanceerde HemoSphere-monitor
werkt bij gemiddelde draadloze signaalsterkte of hoger (tabel 8-1) met een goede verbinding naar het HIS
(tabel 8-2). De draadloze gegevensoverdracht van de geavanceerde HemoSphere-monitor is gevalideerd
op minder dan 5% totaal gegevensverlies onder deze omstandigheden. De draadloze technologie van de
geavanceerde HemoSphere-monitor heeft een effectief bereik van ca. 50 meter met direct zicht en 25 meter
zonder direct zicht. Het effectieve bereik kan worden beïnvloed door de aanwezigheid van andere draadloze
zenders.
De geavanceerde HemoSphere-monitor ondersteunt gegevensoverdracht met behulp van de berichtenstandaard
Health Level 7 (HL7). Er wordt verwacht dat alle overgezonden gegevens worden bevestigd door het
ontvangende systeem. De gegevens worden opnieuw verzonden als het zenden niet gelukt is. De geavanceerde
HemoSphere-monitor probeert HIS-verbindingen die worden onderbroken automatisch opnieuw tot stand
te brengen. Als eerder bestaande HIS-verbindingen niet opnieuw tot stand kunnen worden gebracht, meldt
de geavanceerde HemoSphere-monitor dit aan de gebruiker met een hoorbaar alarm en een bericht (Alarm:
Verlies HIS-connectiviteit, raadpleeg tabel 11-3).
G.3.2 Maatregelen draadloze beveiliging
De draadloze signalen worden beveiligd volgens de standaardprotocollen voor draadloze beveiliging van
de branche (tabel G-7). De draadloze beveiligingsstandaarden WEP en WPA zijn kwetsbaar gebleken voor
hackpogingen en worden niet aanbevolen Edwards beveelt het beveiligen van draadloze gegevensoverdracht
aan door IEEE 802.11i- (WPA2-) beveiliging en FIPS-modus in te schakelen. Edwards beveelt ook aan om
maatregelen te implementeren op het gebied van netwerkbeveiliging zoals virtuele LAN's met firewalls om
de gegevens van het geavanceerde HemoSphere-monitoringplatform nog beter te beveiligen bij overdracht
naar het HIS.
G.3.3 Problemen oplossen met betrekking tot draadloze coëxistentie
Het instrument is getest en voldoet aan de limieten van IEC 60601-1-2. Als er communicatieproblemen
optreden met de draadloze technologie van de geavanceerde HemoSphere-monitor, controleer dan of de
minimale afstand tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en de geavanceerde
HemoSphere-monitor wordt aangehouden. Raadpleeg tabel G-4 voor meer informatie over scheidingsafstanden.
G.3.4 Verklaringen van de Federal Communications Commission (FCC)
BELANGRIJKE OPMERKING
Om te voldoen aan de nalevingsvereisten van de FCC voor
blootstelling aan RF, moet de antenne die voor deze zender
wordt gebruikt worden geïnstalleerd met een scheidingsafstand
van minimaal 20 cm van alle personen en mag deze niet worden
geplaatst of bediend in combinatie met enige andere antenne
of zender.
179
G Richtlijnen en verklaring van de fabrikant