Geavanceerde HemoSphere-monitor
Tabel 11-8 iCO-fouten/-meldingen HemoSphere-Swan-Ganz-module (vervolg)
Bericht
Alarm: iCO – Verlengde curve
Alarm: iCO –
Onregelmatige curve
Alarm: iCO – Warm injectaat
11.4.4 SVR-fouten/-meldingen
Tabel 11-9 SVR-fouten/-meldingen HemoSphere-Swan-Ganz-module
Bericht
Alarm: SVR – Verlies
druksignaal tweede monitor
Alarm: SVR – Configureer
analoge ingangen voor
SVR-bewaking
Mogelijke oorzaken
Thermodilutiecurve keert langzaam terug
naar de basislijn
Injectaatpoort in de introducerschacht
Mogelijk cardiale shunt
Thermodilutiecurve heeft meerdere pieken
Injectaattemperatuur binnen 8 °C van
de bloedtemperatuur
Storing injectaattemperatuursonde
Storing CCO-kabel voor de patiënt
Mogelijke oorzaken
De analoge ingangspoort van de
geavanceerde HemoSphere-monitor
is niet geconfigureerd op het ontvangen
van MAP en CVD
Geen verbindingen analoge ingang-
interfacekabel gevonden
Onjuist ingangssignaal
Storing externe monitor
De analoge ingangspoorten van de
geavanceerde HemoSphere-monitor zijn
niet geconfigureerd voor het ontvangen
van MAP- en CVD-signalen
138
Voorgestelde acties
Controleer of de injectietechniek juist is
Controleer of de positie van de katheter in de
longslagader correct is:
•
Zorg dat het balloninflatievolume bij wiggedruk
1,25 - 1,50 ml is
•
Zorg voor een juiste plaatsing van de katheter
in relatie tot lengte en gewicht van de patiënt
en de inbrengplaats
•
Overweeg röntgenonderzoek van de borst voor
de beoordeling van de juiste plaatsing
Zorg dat de locatie van de injectaatpoort buiten
de introducerschacht is
Gebruik 'ijsgekoeld' injectaat en/of 10 ml injectaatvolume
om een sterk thermosignaal op te wekken
Controleer of de injectietechniek juist is
Controleer of de positie van de katheter in de longslagader
correct is:
•
Zorg dat het balloninflatievolume bij wiggedruk
1,25 - 1,50 ml is
•
Zorg voor een juiste plaatsing van de katheter
in relatie tot lengte en gewicht van de patiënt
en de inbrengplaats
•
Overweeg röntgenonderzoek van de borst voor
de beoordeling van de juiste plaatsing
Gebruik 'ijsgekoeld' injectaat en/of 10 ml injectaatvolume
om een sterk thermosignaal op te wekken
Gebruik koelere injectievloeistof
Vervang de injectaattemperatuursonde
Vervang de CCO-kabel voor de patiënt
Voorgestelde acties
Controleer of het spanningsbereik en de lage/hoge
spanningswaarden op de geavanceerde HemoSphere-
monitor juist zijn voor de externe monitor
Controleer of de kabel tussen de geavanceerde
HemoSphere-monitor en de bedmonitor goed
is aangesloten
Controleer of de lengte/het gewicht en de meeteenheden
voor de BSA van de patiënt correct zijn ingevoerd
Controleer of er een signaal is bij het analoge
uitgangsapparaat van de externe monitor
Wijzig de module van het externe apparaat, indien gebruikt
Gebruik het scherm Instellingen analoge ingang om
de analoge ingangspoorten 1 en 2 te configureren voor
MAP- en CVD-uitvoersignalen van een externe monitor
11 Problemen oplossen