Storing
Brander ontsteekt
niet. De lichtring knip-
pert afwisselend
oranje en wit.
De brander ontsteekt
niet tijdens het in-
schakelen. De licht-
ring achter de bedie-
ningsknop knippert
afwisselend geel en
magenta.
Brander gaat na het
ontsteken direct uit.
Brandervlam is onge-
lijkmatig.
Brandervlam gaat tij-
dens het gebruik uit.
De lichtring knippert
afwisselend oranje en
wit.
Restwarmte-indicatie
knippert hoewel het
apparaat is afge-
koeld.
Branderonderdelen
verkleuren donker.
Pannenhouder ver-
kleurt.
Het apparaat warmt
niet op. De lichtringen
aan alle bedienings-
knoppen branden na
het inschakelen 10
seconden wit, daarna
brandt de lichtring
aan de actieve bedie-
ningsknop oranje.
Oorzaak en probleemoplossing
Gasfles is leeg.
U dient de gasfles te vervangen.
▶
Lucht in de gasleiding na eerste aansluiting of vervangen van de fles.
Draai de bedieningsknop op 0.
1.
Ontsteek de brander opnieuw.
2.
Herhaal indien nodig de ontsteking meerdere keren.
3.
Fout in het elektronisch systeem.
Draai alle bedieningsknoppen op 0.
1.
Ontkoppel het apparaat een minuut van het stroomnet door de zekering uit te schakelen
2.
of de stekker uit het stopcontact te trekken.
Sluit het apparaat opnieuw aan.
1.
a De lichtringen van de bedieningsknop zijn enkele seconden groen en vervolgens geel
verlicht.
Wacht tot de lichtringen uitgaan.
2.
Zet een willekeurige bedieningsknop op een willekeurige kookstand.
3.
De bedieningsknop opnieuw op 0 draaien.
4.
De brander inschakelen.
5.
Knippert de lichtring opnieuw afwisselend geel en magenta, neem dan contact op met
6.
de servicedienst → Pagina 15.
Bedieningsknop niet voldoende lang ingedrukt.
Houd de bedieningsknop na het ontsteken enkele seconden ingedrukt.
1.
Druk de bedieningsknop stevig in.
2.
Openingen aan de brander zijn verontreinigd.
Openingen aan de brander schoonmaken en drogen.
▶
Branderonderdelen zijn verkeerd gepositioneerd.
Plaats de branderonderdelen precies en recht.
1.
Zorg ervoor dat de vergrendelingsstukken in de uitsparingen vastklikken.
2.
Openingen aan de brander zijn verontreinigd.
Openingen aan de brander schoonmaken en drogen.
▶
Stroomuitval in het huishouden: na een stroomuitval blijft het apparaat vanwege veiligheids-
redenen uitgeschakeld.
Draai alle bedieningsknoppen op 0.
1.
Schakel het apparaat indien nodig weer in.
2.
Veiligheidsuitschakeling is geactiveerd.
Draai alle bedieningsknoppen op 0.
1.
2.
Schakel het apparaat indien nodig weer in.
Gasfles is leeg.
U dient de gasfles te vervangen.
▶
Om veiligheidsredenen knippert de restwarmte-indicatie ca. 30 minuten, ook na korte wer-
king van de brander.
Raak de brander niet aan zolang de restwarmte-indicatie knippert.
▶
Langere stroomuitval in het huishouden. Na de stroomuitval knippert de restwarmte-indicatie
verder.
Raak de brander niet aan zolang de restwarmte-indicatie knippert.
▶
Natuurlijke oxidatie van messing
Dit is normaal. De verkleuringen hebben geen invloed op het gebruik.
▶
In de vaatwasmachine kan de pannenhouder bij de reiniging verkleuren.
Dit is normaal. De verkleuringen hebben geen invloed op het gebruik.
▶
Demomodus is geactiveerd.
Deactiveer de demomodus. → Pagina 14
▶
Storingen verhelpen nl
13