Om het toetsenbord te vergrendelen als de pomp gestopt is:
•
Houd de STOP toets langer dan een second ingedrukt. Er klinkt een piepsignaal, en de led naast het
hangslot symbool knippert en gaat branden en het toetsenbord is vergrendeld. Alleen de START
en STOP toetsen werken. Als een andere toets wordt ingedrukt als het toetsenbord is vergrendeld
en de pomp is gestopt, wordt er kort een bericht getoond: Druk Stop. Dit vertelt de gebruiker dat
de STOP toets langer dan een seconde ingedrukt moet worden om het toetsenbord te
ontgrendelen en de gevraagde toets beschikbaar te maken.
Om het toetsenbord te ontgrendelen als de pomp in bedrijf is:
•
Houd de START toets langer dan een second ingedrukt. Er klinkt een piepsignaal, en de led naast
het hangslot symbool knippert en gaat uit en het toetsenbord is ontgrendeld.
Om het toetsenbord te ontgrendelen als de pomp gestopt is:
•
Houd de STOP toets langer dan een second ingedrukt. Er klinkt een piepsignaal, en de led naast het
hangslot symbool knippert en gaat uit en het toetsenbord is ontgrendeld.
Standaardinstellingen
Om de pomp naar de fabrieksinstellingen terug te zetten, druk op de DIRECTION toets en houdt deze vast
bij het aanzetten. Zie
Refer to "De pomp inschakelen" op pagina 20
Stel maximum toegestaan toerental in (alleen 120U)
Als de pomp is gestopt, druk dan tegelijk op AUTO en UP om de pomp in Setup modus te zetten. De
display toont het huidige toegestane toerental, en knippert om aan te geven dat de pomp in Setup modus
is. Gebruik de UP en DOWN toetsen om een nieuw toegestaan maximum toerental te kiezen. Druk op
AUTO om het nieuwe maximum toegestane toerental te bevestigen. Druk op STOP om de
wijzigingsprocedure te verlaten, en terug te gaan naar het vorige toegestane maximum toerental. Het
minimale maximum toerental is 2 tpm.
Overgaan naar automatische besturing (alleen 120U)
Druk op AUTO om de pomp in of uit de analoge besturing te zetten. Er klinkt een piepsignaal, en de led
naast de AUTO toets gaat branden om te bevestigen dat de pomp onder analoge besturing staat, en op
elk signaal op afstand zal reageren. Als de pomp wordt gestart dan werkt deze met het toerental dat is
ingesteld door elk willekeurig analoog communicatiesignaal dat naar de pomp wordt gezonden, en in de
aangegeven draairichting.
Als de pomp wordt omgezet van automatische besturing naar handmatige besturing, blijven de toerental
instellingen behouden.
2.6
Externe en automatische besturing en bediening
De 120U kan bediend worden door een besturing buiten de pomp: handmatig door een schakelaar of
potentiometer; of door een automatische besturingsstation. U hoeft niet op de AUTO toets te
drukken, tenzij u het toerental extern wilt besturen: externe stop/start, draairichting, DC
tacho output en digitaal alarm uitgang zijn actief in zowel de handmatige als de
automatische modus.
Controleer of de pomp klaar voor gebruik is, voordat u de externe/automatische bediening gebruikt.
Stuursignalen kunnen de pomp zonder waarschuwing starten.
Sluit nooit netspanning aan op de 15-pins D-connector. Sluit de juiste
signalen aan op de onderstaande pinnen. Beperk signalen tot de
aangegeven maximumwaarden. Voer geen spanning over andere pinnen. Er
kan dan blijvende schade worden aangericht die niet onder de garantie
valt.
m-120-nl-02
.
30