Werking differentieelsper
Onder normale omstandigheden moet de hendel van de differentieelsper in de
stand ONTGRENDELD staan. Dit verbetert de wendbaarheid van de frees.
VERGREN-
DELEN
ONTGREN-
DELEN
Als de ondergrond zacht is of als een van de wielen dreigt door te slippen of als er
maar aan een zijde gefreesd moet worden, moet de hendel in de stand
VERGRENDELD worden gezet. Dit verbetert de voorwaartse beweging van de
frees.
Bedien de hendel pas nadat de hoofdkoppeling ontkoppeld is en de frees tot
stilstand is gekomen.
• Bij het verplaatsen van de frees moet de hendel van de differentieelsper in de
stand ONTGRENDELD staan.
• Als de hendel van de differentieelsper wordt bediend terwijl de koppeling is
toegeknepen, kan het spermechanisme beschadigd raken. Bedien de hendel
daarom alleen bij losgelaten hoofdkoppelingshendel.
• Bij het rijden met de frees op een helling of een ongelijkmatige ondergrond,
moet de hendel van de differentieelsper in de stand VERGRENDELD staan.
VOORZICHTIG:
• Probeer de frees niet te draaien bij een hoge snelheid. De frees draait in dat
geval zeer snel, waardoor het rijgedrag onstabiel wordt en de gebruiker of
omstanders letsel kunnen oplopen.
• Probeer de frees niet te draaien op een helling. De frees kan hierdoor een
onverwachte richting op gaan en letsel veroorzaken bij de gebruiker of
schade aanrichten.
VERGRENDELEN
HENDEL DIFFERENTIEELSPER
ONTGRENDELEN
33