Inschakelen versnelling
VOORZICHTIG:
Draai de gashendel naar stand LANGZAAM en ontkoppel voordat de
schakelhendel bewogen wordt. Oefen geen overmatige kracht uit op de
schakelhendel.
Kies de juiste versnelling met behulp van de selectietabel versnellingen (pagina 30).
• Bedien de schakelhendel pas nadat de hoofdkoppeling ontkoppeld is.
• Als de schakelhendel moeilijk verplaatst kan worden, knijp dan de
hoofdkoppelingshendel eenmaal in, laat de koppelingshendel weer los en
probeer de schakelhendel opnieuw te verplaatsen.
• Let bij het achteruitrijden op uw voeten en neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
– Controleer of er zich geen personen of objecten achter u bevinden.
– Verlaag het motortoerental.
– Houd de stuurboom met twee handen stevig vast.
– Laat de koppeling voorzichtig in aangrijping komen en zorg ervoor dat hij op
elk moment ontkoppeld kan worden.
SCHAKELHENDEL
29