Gebruikershandleiding van thermografische handcamera
Hoofdstuk 11 Positie-instellingen
Het apparaat ondersteunt GPS- en kompasfuncties. Met deze functies kunt u de positie van het
apparaat en de observatierichting bepalen. De positie- en richtingsinformatie wordt weergegeven
aan de rechterkant van de liveweergave-interface.
11.1 GPS inschakelen
Stappen
1. Selecteer
in het hoofdmenu.
2. Ga naar Lokale instellingen → Apparaatinstellingen → GPS.
3. Tik op
om de GPS-functie in te schakelen. Het apparaat zal het resultaat van de
GPS-positionering melden.
11.2 Kompas instellen
Schakel de kompasfunctie in om de observatierichting te bepalen. U dient het kompas te
kalibreren als er een storing in het magnetische veld is.
Stappen
1. Selecteer
in het hoofdmenu.
2. Ga naar Lokale instellingen → Apparaatinstellingen → Kompas.
3. Tik op
om de kompasfunctie in te schakelen. Er verschijnt een meldingsvak op de
interface.
4. Tik op OK om de kalibratie te starten of op Annuleren om te stoppen.
5. (Optioneel) Draai het apparaat volgens de onderstaande instructies om het kompas te
kalibreren. Het apparaat zal het resultaat van de kalibratie van het kompas melden.
Afbeelding 11-1 Instructies voor kalibratie van het kompas
6. (Optioneel) Tik in de kalibratie-interface op Annuleren om de kalibratie te stoppen.
41