3. Installatievereisten
3.1 Locatie
3.1.1 Horizontale of verticale opstelling
NB, NBG
Opstelling van NB, NBG pompen
TP, TPD
Opstelling van een TP en een TPD pomp wmet een
motorvermogen van minder dan 11 kW
Opstelling van een TP en een TPD pomp wmet een
motorvermogen van 11 kW of meer
3.1.2 Opstelling in een put
WAARSCHUWING
Opeenhoping van explosieve gassen
door een lekkende asafdichting
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Zorg voor toereikende ventilatie
rondom de pomp als de pomp in een
put wordt opgesteld. Een minimale
luchtverversing van 1,5 keer per uur is
vereist.
8
3.2 Bypass met overdrukventiel
VOORZICHTIG
Oververhitting
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
‐
De pomp mag niet draaien met een
gesloten persafsluiter of een gesloten
afsluitelement aangezien dit
oververhitting kan veroorzaken.
Installeer een bypass met
overdrukventiel.
‐
Neem de minimale stroomsnelheid in
acht. Zie paragraaf
installatie- en
Gerelateerde informatie
1.2 Verwante installatie- en bedieningsinstructies
4. Elektrische aansluiting
4.1 Aarding van het pomphuis
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Het pomphuis moet geaard zijn.
GEVAAR
Ontsteking van explosieve omgeving
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Het pomphuis moet geaard zijn.
Verwijder coating van het aardingspunt om
correcte aarding te waarborgen.
Aardingspunt van het pomphuis
Draaimoment: 80 ± 16 Nm.
Verwante
bedieningsinstructies.