Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

DAF F 2600 DKB Instructieboekje pagina 45

Inhoudsopgave

Advertenties

Bij
een trekker met oplegger (FT,
FTS
en
FTT)
in
Beneluxuitvoering
is de
voor-
as op één kring
aangesloten
terwijl
de
achteras(sen)
op de andere kring is
aan-
gesloten. Met behulp van een
reactie-
ventiel (ECE ventiel) kan
de
oplegger
vanuit beide opleggerkringen worden
be-
diend.
Bij
een trekker met oplegger (FT,
FTS
en
FTT)
in niet
Benelux-uitvoering
is
de
vooras
en
achteras(en)
van de
trekker
op een kring
aangesloten
terwijl met
de
andere
kring de oplegger wordt
bediend.
Uitlaatrem
(E7)
Met behulp van
de
uitlaatrem
wordt
een
klep in de uitlaat gesloten en de
brand-
stoftoevoer
naar de motor
gestopt.
Bij
afdalen
van lange hellingen of
getei-
delijk
remmen
kan het remvermogen
van
de
motor worden vergroot
door de
uit-
faatrem
te
bedienen.
Het stilzetten van
de motor mag niet
met
de
uitlaatrem
gebeuren.
Onafhankelifke
rem volgwagen
(Eg)
Bij
bediening
van de bedrijfsrem
(voet-
rem)
wordt zowel de voorwagen als
de
volgwagen geremd.
Met behulp van
de
onaf
hankelijke rem volgwagen
kan
de
volgwagen onafhankelijk worden
ge-
44
remd.
Deze rem
dient uitsluitend te worden
ge-
bruikt om de combinatie gestrekt
te
hou-
den.
Parkeer/noodrem
(E6)
Door
de
hefboom
omhoog
te
trekken,
treedt
de
noodrem
in
werking
en
wordt
de
achteras
van het
voertuig
geremd.
Tevens
wordt de
volgwagen
gecommarî-
deerd
en
treden
ook
deze remmen
in
werking.
Wordt
de
hefboom
verder bewogen
dan
wordt
deze automatisch
geblokkeerd
en
treedt de parkeerrem in werking.
Indien geen
f
uchtdruk
in
de
voorraad-
ketels aanwezig is, staat het voertuig
ge-
remd. Lossen
met de
parkeer/noodrem-
klep is onmogelijk. Plaats de hefboom
in
de
parkeerstand
en
breng
de
ketels
op
druk. Daarna kan de parkeerrem worden
gelost.
Wanneer
het contact ,,aan" staat
en
bo-
vengenoemde rem
is aangezet brandt te-
gelijkertijd
de
oranje verklikkerlamp
op
het
instrumentenpaneel.
Vo
I
gwa gen rem
aa
nsl
u
iti
n
g
Het voertuig
is
uitgerust
met een
votg-
wagenremaansluiting, deze bestaat
stan-
daard uit
een
twee leidingaansluiting, ter-
wijl
een extra één leidingaansluiting
kan
zijn
aangebracht.
Wanneer
de volgwagen ís uitgerust
met
rubber slangen moeten deze kruisetings
worden aangeslotenl Wanneer de
volg-
wagen
is
uitgerust met
schroefvormige
nyfon slangen moeten deze
evenwijdig
naast elkaar worden
aangesloten.
Sluit op de juiste wijze met behulp
van
de
koppelingskoppen
de
luchtslangen
aan, open
de
luchtkranen.
Bij
twijfel kan
de
voedingsleiding
als
volgt worden
herkend:
-
Breng de voorraadketels
op het
trek-
kend voertuig op
druk.
Open
het deksel van een van
beide
koppelingskoppen.
Open
de luchtkraan, uit een van
bei-
de
koppelingskoppen
zal nu
samen-
geperste
lucht stromen. Dit is de
voe-
dingsleiding.
Op
de volgwagen
is
meestaf
de
rech-
ter
koppelingskop
(in
rijrichting
ge-
zien) de
voedingsleiding.
Mocht toch een fout
bij
het
aansluiten
worden gemaakt dan openbaart
zich dit
snel omdat het
getrokken
voertuig
ge-
remd
blijft
staan.
Wanneer
trekkend en getrokken voertuig
zijn
uitgerust
met een
gecombineerde
twee plus
één
leidingaansluiting
moet

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave