Inhoudsopgave
Advertenties
1
6.
BRANDSTOFVOORRAADMETER
De
brandstofvoorraadmeter
werkt
alleen
als het contact ,,aan"
staat.
17.
KOELWATERTEMPERATUURMETER
De
bedrijfstemperatuur
van het
koelwa-
ter
behoort tussen 75o
en
85o
C
te
lig-
ggn.
Bij
plotselinge temperatuurstijging
dient
te
worden gestopt
en het
volgende
ge-
controleerd:
Het
niveau
van het
koelwater;
dop
zeer langzaam
losdraaien.
De
V-riemen.
De
waterslangen.
18. CONTROLELAMP
VOOR
KOEL.
WATERTEMPERATUUR
De controlelamp
brandt indien de
koel-
watertemperatuur
beneden
40o
C of
bo-
ven
95o
C is.
De lamp
werkt
alleen
indien
het contact
,,aan"
staat.
Zolang
de
koelwatertemperatuur
bene-
den
40o
C is
mag
de motor niet
volledig
worden
belast.
INSTRUMENTEN EN BEDIENING
E
15
17
18
21
Advertenties
Inhoudsopgave
