24.
ZELFDENKENDE VENTILATOR
VENTILATOR
tndien
de
zelfdenkende ventilator
zich
niet tijdig
automatisch inschakelt,
kan
men door middel van deze
schakelaar
zelf
ingrijpen.
AA
,// (Ll
/a
-l
t---
u
25.
CONTROLELAMP RICHTING.
KNIPPERLICHT
VOLGWAGEN
(g
roen)
Dit lampje knippert als de knipperlichten
zijn
ingeschakeld,
terwijl een
volgwagen
is
aangekoppeld.
26.
CONTROLELAMP RICHTING-
KNIPPERLICHT
(groen)
Deze lamp knippert
als de
knipperlich-
ten ztjn
ingeschakeld.
27.
CONTROLELAMP
GROOT
LICHT
(blauw)
Deze lamp brandt
als het grote licht
is
ingeschakeld
en als
lichtsignaal wordt
gegeven.
28.
CONTROLELAMP LUCHTFILTER
(rood)
Als
deze
lamp
brandt moet het luchtfilter
bij de
eerstvolgende motorolieverversing
worden gereinigd (zie
G1).
25 30
27 2E 29 26
a^\
A
)J-l
\i,
U
32
616)
vv
?A
v/
---]l-
Q6
vv
24