Aangezien
de turbo-compressor met
een
zeer hoog toerental draait,
ongeveer
90.000
omw/min,
is dit
instrument
zeer
gevoelig
voor een goede
smering.
Om
deze redenen
dient na het starten
van
de motor te worden gewacht tot de olie-
drukmeter voldoende druk aangeeft,
al-
vorens
het motortoerental boven het
sta-
tionair toerental te laten
komen.
Smering
De
smering
van de motor vindt
plaats
onder
druk door een pomp welke via
een
tussentandwiel
wordt aangedreven
vanaf
het
kru
kasdistributietandwief
.
De pomp perst alle olie door de
koeler,
waar koeling door middel van het motor-
koelwater plaats vindt.
Vervof
gens
pas-
seert
alle olie het
smeeroliefilter
en
wordt dan naar alle te smeren delen
van
de
motor met inbegrip van
brandstof-
inspuitpomp, remluchtcompressor en tur-
bo-compressor
geleid.
De oliekoeler
is
voorzien van een olie-
aftapplug.
Koelsysteem
De
koeling wordt thermostatisch
gere-
geld door middel van een tweetal
ther-
mostaten
en een
zogenaamde
zelt-
denkende
ventif
ator. Dit type
venti-
lateur wordt aangedreven
via een
elec-
tro-magnetische koppeling,
waarbij
het
in- en
uitschakelen
wordt
gecomman-
deerd door een
in
het koelwater circuit
geplaatst thermo-element. Koeling
van
de
smeerolie
vindt plaats
in
de
olie-
koeler,
welke parallel aan de waterpomp
in
het
koelwater
circuit
is
opgenomen.
De
oliekoeler is voorzien van een water-
aftapkraan.
Brandstofsysteem
Aangezien zuiverheid
van de
brandstof
van het
allergrootste belang
is,
wordt
veef
zorg besteed aan de filtrering.
Via een
gaaszeef
(3)
in
de
brandstof-
tank
(2)
wordt de brandstof naar de
wa-
terafscheiders
(4)
gezogen en
vervolgens
naar de opvoerpomp (5), waar
eveneens
een
gaaszeef aanwezig
is.
De
opvoer-
pomp perst
alle
aangezogen brandstof
naar het fijnfilter (6) en van hieruit
naar
de
inspuitpomp.
Alle
brandstof
dus
INSTRUMENTEN EN BEDIENING
BESGHRIJVING
E
F
39