Achtste uitgave • Eerste druk
Werkbereikindicatielampjes
De werkbereikindicatielampjes gaan branden om aan
te geven dat een functie is onderbroken en/of dat er
een handeling van de bediener nodig is.
Indicatielampje 'primaire arm
neerlaten' knippert: Laat de
primaire arm neer tot het
indicatielampje uitgaat.
Indicatielampje 'machine niet
vlak' knippert: het
scheefstandalarm klinkt als dit
lampje knippert. Verplaats de
machine naar een stevige,
horizontale ondergrond.
Indicatielampje 'platform niet
horizontaal' knippert: het
scheefstandalarm klinkt als dit
lampje knippert. De
tuimelschakelaar 'platform
horizontaal' werkt alleen in de
richting waarin het platform
horizontaal wordt geplaatst.
Plaats het platform horizontaal
tot het lampje uitgaat.
Onderdeelnr. 1318180DUGT
Bedieningsinstructies
Generator (indien aanwezig)
Druk de generatorknop in of beweeg de schakelaar
om de generator te bedienen. Het indicatielampje
gaat branden en het motortoerental gaat automatisch
naar schildpadsymboolmodus.
De motor blijft de rijfuncties bedienen en de
platformfuncties blijven werken.
Als het konijnsymbool of konijn- en
voetschakelaarsymbool geselecteerd is, slaat de
generator af en gaat het indicatielampje uit.
Sluit het elektrische gereedschap aan op de GFCI-
contactdoos die de voeding naar het platform
verzorgt.
Druk de generatorknop in of beweeg de schakelaar
om de generator uit te zetten. Het indicatielampje
gaat uit.
Rijsnelheid kiezen
•
Symbool 'machine op helling': lage snelheid voor
hellingen.
•
Symbool 'machine op horizontale ondergrond':
hoge snelheid voor maximum rijsnelheid.
®
Z
-80/60
Bedieningshandleiding
57