Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Noodstop
Druk de rode noodstopknop op de grond- of de
platformbediening in naar de stand 'uit' om alle
functies stop te zetten en de motor uit te schakelen.
Repareer elke functie die nog werkt als een van de
rode noodstopknoppen is ingedrukt.
De grondbediening krijgt voorrang op de rode
noodstopknop op het platform.
Hulpvoeding-bedieningselementen
Gebruik hulpvoeding als de primaire krachtbron
defect is.
1
Draai het contactslot naar grond- of
platformbediening.
2
Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan'.
3
Druk de voetschakelaar in wanneer u de
platformbediening gebruikt.
4
Activeer de hulpvoeding-
bedieningselementen. Beweeg de
schakelaar en houd deze vast of houd
de knop ingedrukt. Activeer elke
functie-joystick, -schakelaar of -knop.
De rijfunctie werkt niet op hulpvoeding.
50
Bediening vanaf de grond
1
Draai het contactslot naar grondbediening.
2
Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan'.
3
Benzine-/LPG-modellen: Kies de brandstof.
4
Start de motor.
Platform positioneren
1
Houd een functie-
inschakel/snelheidskeuzekn
op ingedrukt.
2
Druk op de betreffende functieknop aan de hand
van de markeringen op het bedieningspaneel.
De rij- en stuurfuncties zijn niet beschikbaar vanaf de
grondbediening.
®
Z
-80/60
Achtste uitgave • Eerste druk
Onderdeelnr. 1318180DUGT