Bedieningshandleiding
Inspecties
Platformbediening
Noodstop testen
23 Draai het contactslot naar platformbediening.
24 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand 'uit'.
Resultaat: De motor dient te worden
uitgeschakeld en geen enkele functie mag in
werking treden.
25 Trek de rode noodstopknop uit en start de motor
opnieuw.
Hydraulisch retourfilter testen
26 Druk op de motortoerentalkeuzeknop of beweeg
de schakelaar totdat het indicatielampje naast de
stand hoog stationair (konijnsymbool) gaat
branden.
27 Lokaliseer en controleer de toestandindicator van
het hydraulisch filter.
Resultaat: De plunjer of de naald van het filter
dient zich in het groene gebied te bevinden als
het filter werkt.
28 Druk op de motortoerentalkeuzeknop of beweeg
de schakelaar tot het indicatielampje naast de
door de voetschakelaar geactiveerde stand hoog
stationair (konijn- en voetschakelaarsymbool)
gaat branden.
Claxon testen
29 Druk op de claxonknop.
Resultaat: De claxon dient te klinken.
36
Scheefstandalarm testen
30 Druk op een knop of beweeg een schakelaar,
bijvoorbeeld de motortoerentalkeuzeschakelaar.
Resultaat: Het alarm bij de platformbediening
dient te klinken.
Voetschakelaar testen
31 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand 'uit'.
32 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan', maar start de motor niet.
33 Druk de voetschakelaar in en probeer de motor
te starten.
Resultaat: De motor mag niet starten.
34 Druk de voetschakelaar niet in en start de motor
opnieuw.
Resultaat: De motor moet starten.
35 Druk de voetschakelaar niet in en test elke
machinefunctie.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
Machinefuncties testen
36 Druk de voetschakelaar in.
37 Activeer elke joystick, tuimelschakelaar of knop
voor machinefuncties.
Resultaat: Alle functies dienen een volledige
cyclus te doorlopen.
®
Z
-80/60
Achtste uitgave • Eerste druk
Onderdeelnr. 1318180DUGT