Inhoudsopgave
Advertenties
boven
*5'C
moet
de
bedieningspen
worden ingedrukt
en
dan een
Ve
slag
worden gedraaid. De pen
bevindt
zich
dan
in
stand
1; de
vorstbevelliger
is
buiten werking
gesteld.
Leidingf
ilters
Achter
de
cabine
in het
leiding-
circuit tussen
de
luchtketels
en
het
rempedaal bevinden zich twee leiding-
filters (7 in
afb. 27
of
28).
Deze dienen
regelmatig
te
worden
schoongemaakt
waarvoor
de
moer,
welke
zich aan
de
onderzijde bevindt,
moet
worden
losgedraaid.
Aanhangwagenremklep
De aanhangwagenremklep
(9
in
afb.
27
of 28)
bezit
tevens
een
reduceer-
ventiel,
welke
aan
de
koppelingskop
(1
1 in
afb.
27
of
28)
voor
de
aan-
sluiting
van
de
luchtleiding
van
de
aanhangwagen
slechts
een
maximum
druk
levert van ca.
5,2
kg/cm2.
,
STUURINRICHTING
De
stuurinrichting
wordt
hydraulisch
bekrachtigd.
De
hydraulische
vloeistof
dient
tevens
als
smeermiddel
voor
het
stuurhuis.
Olievulling
Crick
eerst de vooras op, zodat
beide
wielen
vrlj
van
de
grond
staan.
Het
vullen
van het
stuurhuis,
stuurpomp
en voorraadtankje geschiedt
door
de
vulopening
in het
voorraadtankje,
hetwelk
zich
rechts
van het
motor-
blok
bevindt.
Afb.
31
Voorraadtankie
Bij de
eerste
vulling
of bij
olie
verversen
moet
dit
tankje eerst
tot
boven aan
de
rand met olie
worden
gevu
ld
(h
ierbij
verd
ient het
aan-
32
beveling
de deksel van
het
voorraad-
tankje,
door
uitnemen van
de
centrale
bout te
verwijderen).
Daarna
moet
de motor worden gestart;
het
toerental
mag
niet boven stationair
uitgaan.
Het
olieniveau
in
het
voor-
raadtankje
zal nu
zakken
en
daarom
moet
er
olie
worden bijgevuld
opdat
het voorraadtankje niet
door de
pomp
wordt
leeggezogen.
Daalt
het
olie-
niveau
niet
verder dan
kan
met
de
ontluchting
worden
begonnen. Hiertoe
moet
het
stuurwiel
meerdere
malen
van
aanslag
tot
aanslag heen en weer
worden gedraaid, oPdat
de in
het
systeem
aanwezige
lucht
via
het
voorraadtankje
kan
ontwijken.
Er
moet
zo
lang worden bijgevuld
tot
het olieniveau
bij
draaiende
motor
en
ontlucht systeem
niet
meer onder
de
bovenste merkstreep
van
het oliepeil-
stokje
zakt.
Het
systeem
is
volledig
ontlucht wanneer
bij
draaien
van
het
stuurwiel
er in het
voorraadtankje
geen
luchtbellen
meer opstijgen
en
bij
afgezette motor
het
olieniveau
in
het
voorraadtankje
niet
hoger
dan
1
,à
2
cm
stijgt;
het
olieniveau
komt
hierdoor boven
de
bovenste
merk-
streep
van het
oliePeilstokje.
De olie
moet
elke
24.000
km
worden
ververst.
Het
f
ilterelement
in
het
Advertenties
Inhoudsopgave
