Het
remsysteem
is van het
luchtdruk-
mechanische type. Op
de
vrachtwagen
(A-chassis)
bestaat
het
remsysteem
uit
twee
gescheiden
kringen
waarvan
één
op de
voorwielremmen
en
de
ander
op de
achterwielremmen werkt
terwijl
een
eventuele
aanhangwagen
is
aangesloten
oP
de
kring van
de
voorwielremmen.
Op de trekker
(T-chassis) bestaat
het
remsysteem
ook uit
twee
gescheiden
kringen doch één'kring
hiervan werkt
op
de
voor-
en achterwielremmen
van
de trekker en
de
ander
oP de
wiel-
remmen
van de
oPlegger.
In
verband
met
deze
twee
gescheiden
kringen
ztin
er
twee
luchtdrukmeters
op
het
instrumentenpaneel
aanwezig.
De remschoenen
worden
uitgezet
met
behulp
van een ,,S-nok",
die via
een
zgn.,,slack adjuster" (-
sPeling
afsteller),
door een voor
elk
wiel
afzonderlijke
remluchtkamer,
waarin
zich
een
membraan
bevindt,
wordt
bed
iend.
De
handrem
werkt
mechanisch oP
de
achterwielen.
Het
gebruik
van
de
handrem
heeft geen invloed oP
het
tuchtdruksysteem
of
omgekeerd.
Controle
Om
te
controleren
of
het
luchtdruk-
gedeelte van het
remsysteem aan
de
gestelde eisen voldoet, moet
men
de
motor
op ca.
1000
omw/min.
laten
draaien.
De
keteldruk (zwarte
wijzer
op
luchtdrukmeters) moet
nu
oplopen
tot
minstens
5
kg/cm2,
waarna
de
zoemer
ophoudt met
zoemen.
Indien
bij
stilstaande motor
de
ketel-
druk snel
terugloopt,
is dit
een
aanwijzing dat
er
egens
in
het
lucht-
druksysteem
een
lekkage
is.
Deze
d
ient te worden
opgespoord
en
hersteld,
daar een lekkage
een
onnodig belast draaien van
de
lucht-
30
compressor veroorzaakt
en
tevens
de
veiligheid
van het
remsysteem
vermindert.
Per pedaalslag mag de
druk
niet
meer
daten
dan ca. 0,3
kg/cm2.
Remafstelling
Stel
de
remmen
nooit
af
wanneer
de
remtrommels warm
(dus
uitgezet) zijn,
aangezien dan,de
mogelijkheid
bestaat,
dat
wanneet ,/d" trommels
ztin
afge-
koeld, de
reminen
kunnen gaan slepen.
YoorwíelremTnen
1
.
Zet de
handrem
aan.
2. Crick de
vooras
oP
onder
een
veerstoel"
3.
Ptaats
een
ring-
of
steeksleutel
op
de stelbout van
de
,,slack adjuster"
(zie
af
b.
29),
druk
de
borgring
welke zich
onder
de
koP
van
de
stelbout bevindt naar
binnen,
en
draai
de
bout
linksom
tot
deze
vast
zit.
Draai
de
bout
nu
zover
terug,
dat
het
wiel juist
vrij
kan
draaien.
Herhaat
deze afstelling
bij
het
ander
wiel.
4.
5.
Afb.
29
Remafstelling