70
Instellingen
APN:
Adres van provider
invoeren.
Login-naam:
Gebruikersnaam (login-
naam) invoeren.
Wachtwoord:
Wachtwoord invoeren
(wordt onherkenbaar
weergegeven).
DNS1/DNS2:
(optie).
Instellingen opslaan.
§Opslaan§
¢ m ¢
§Menu§
¢
Functie selecteren.
HTTP-profiel
Selecteer het profiel.
I
Fax/Data
Fax-/datagebruik met pc
Met uw telefoon en een aangesloten
pc kunt u faxberichten en data ver-
zenden en ontvangen. Wel moet uw
pc dan over de geschikte software
voor data-/faxcommunicatie be-
schikken en moet er verbinding met
de telefoon bestaan.
Het gebruik van fax- en dataservices
moet door uw provider vrijgegeven
zijn. Afhankelijk van het netwerk zijn
er varianten bij de fax-/dataont-
vangst mogelijk. Neem daarvoor evt.
contact op met uw provider.
Instellen van de gewenste
§Wijzigen§
modus.
Verbinding
Spr./fax verz.
Deze functie stelt u op de telefoon in
voordat wordt verzonden, om van de
voice- naar de faxmodus te wisselen.
Tijdens de opbouw van de verbin-
ding wordt de volgende functie ge-
durende 2 sec. aangeboden:
U gaat naar de modus
§Spr./fax§
Spr./fax verz.
een fax versturen.
Spr/fax ontv.
(Alleen indien geen speciaal fax- of
datanummer beschikbaar is).
Start het gewenste communicatie-
programma in uw pc op en schakel
op de telefoon naar de functie tijdens
het gesprek (de pc neemt de verbin-
ding over).
Overdracht beëindigen
De overdracht met de pc-software
beëindigen en/of
ontv.Fax/Data
Van uw provider heeft u een tele-
foonnummer voor de telefoon en
fax/data ontvangen.
Het gesprek wordt door een speciale
beltoon aangegeven en op het dis-
play van de telefoon wordt de soort
communicatie (fax of data) weerge-
geven.
Start in dat geval het communicatie-
programma op uw pc op om de
fax/data te ontvangen.
en kunt dan
indrukken.
B
b
b