Bedieningsvlakken
Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige
functie geactiveerd.
De kookzones
Kookzone
Enkelvoudige kookzone
$
Flexibele zone
û
Gebruik enkel pannen die geschikt zijn om te koken op inductie, zie hoofdstuk "Geschikte pannen".
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke
kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones
met die indicatie niet aan.
Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de kookzoneknoppen in en uit.
Wanneer de kookplaat is ingeschakeld, is de
kookstandindicatie verlicht.
Afstellen van de kookzone
De gewenste vermogensstand instellen met de
bedieningsknoppen.
0 = kookzone uitgeschakeld.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende
instelling. Deze wordt aangegeven met een punt.
Kooktabel
In de volgende tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
De kooktijden zijn afhankelijk van de vermogensstand, het type,
het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er
variaties.
Smelten
Chocolade, chocoladeglazuur, boter, honing
Gelatine
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
18
Aanwijzingen
De instellingen wijzigen niet als er verschillende symbolen
■
tegelijk aangeraakt worden. Hierdoor kan de
programmeerzone worden gereinigd in geval van gemorst
voedsel.
Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog zijn. Vocht
■
heeft een negatieve invloed op de werking.
Activeren en deactiveren
Gebruik een pan met de geschikte maat.
Zie hoofdstuk "flexibele zone"
Ook als de plaat uitgeschakeld is,blijft
kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone
uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator
de geselecteerde kookstand.
De vermogensstand selecteren
Draai de bedieningsknop naar rechts totdat de gewenste
vermogensstand bereikt wordt.
Op de visuele indicator gaat de geselecteerde vermogensstand
branden.
De kookzone uitschakelen
Draai de bedieningsknop naar links tot stand 0. De kookzone
wordt uitgeschakeld en de restwarmte-indicator verschijnt.
Aanwijzing: Als er geen pan op de inductiekookzone geplaatst
wordt, zal de gekozen kookstand beginnen knipperen. Na het
verstrijken van een tijd gaat de kookzone uit.
De vermogensstanden beïnvloeden het kookresultaat.
Roer puree, gebonden soep en dikke sauzen af en toe om
tijdens het opwarmen.
Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken.
œ
/
•
, branden zo lang de
Vermogensstand
Kooktijd in minuten
1-1.
-
1-1.
-
/
en
œ
•