6.
Bediening
6.1
Voorbereiding voor
inbedrijfstelling van de pomp
6.1.1 Controleren van de draairichting met
een droge pomp
1. Zorg dat de pomp een smeermiddel bevat.
2. Schakel de motor aan, controleer de richting waarin hij
draait en schakel hem vervolgens onmiddellijk weer
uit.
3. Als de draairichting anders is, controleer dan de
elektrische aansluiting (*raadpleeg de elektricien)
6.1.2 De pomp startenv
GEVAAR
Risico van letsel en vergiftiging als gevolg van het
uitspuiten van gepompte vloeistof!
Gebruik van toepassing zijnde persoonlijke beschermende
u
uitrusting wanneer werk aan de pomp wordt uitgevoerd.
WAARSCHU
Risico van letsel en vergiftiging als gevolg van
gevaarlijke gepompte vloeistoffen!
Verzamel eventueel gelekte vloeistof op een veilige
u
manneer en doe het weg in overeenstemming met de
milieuvoorschriften en -eisen
GEVAAR
Beschadiging van apparatuur als gevolg van
overdruk!
Bedien de pomp niet met de fitting aan de afvoerkant
u
gesloten.
Bedien de pomp alleen binnen de toleranties die door de
u
fabrikant zijn gespecificeerd (→ 10.1 Technische
specificaties)
Pomp juist ingesteld en aangesloten
Motor juist ingesteld en aangesloten
Alle aansluitingen spanningsvrij en afgedicht
Niveau van smeermiddel van pomphuis juist
(→ 10.1.5 Smeermiddelen).
Alle veiligheidsapparatuur geïnstalleerd en op
functionaliteit getest
1.
Sluit alle afvoerkranen.
2.
Open de fittingen aan de zuigkant en de afvoerkant.
3.
Schakel de motor aan en controleer of hij soepel draait
VF 5 - 80
4.
Draai de pomp, spoel hem eerst met water door (koude
inbedrijfstelling) om op lekken te controleren.
5.
Verifieer dat noch de pompeenheid noch de
leidingverbindingen lekken.
6.
Voer een tweede spoeling uit door de leidingen 10-20
omwentelingen met gepompte vloeistof te draaien om
restjes en water in de pomp te verwijderen.
6.1.3 Uitschakelen
Risico van stagnatie en gebarsten slang als gevolg
van gesloten zuiging of afvoer!
Houd de fittingen van de zuig- en afvoerkanten open
u
totdat de rotor volledig gestopt is.
Risico van letsel als gevolg van hete pomponderdelen!
Gebruik van toepassing zijnde persoonlijke beschermende
u
uitrusting wanneer werk aan de pomp wordt uitgevoerd.
Schade aan apparatuur als gevolg van sedimenten!
Als de gepompte vloeistof kristalliseert, polymeriseert of
u
stolt:
– Spoel de pomp door
– Zorg dat de spoelvloeistof compatibel is met de
gepompte vloeistof.
1.
Indien nodig: Spoel de pomp door en leeg hem.
2.
Schakel de stroom naar de motor uit.
3.
Sluit de fitting aan de afvoerkant.
4.
Controleer alle trekbouten en draai ze waar nodig aan
(alleen nadat de pomp voor de eerste keer wordt bediend).
Version 9.1v-04/2017
OPMERKING
WAARSCHU
OPMERKING
16 | Pagina