REMKO serie MWL
4
Montage
4.1 Algemene montage-instructies
n
Volg bij de installatie van de hele installatie
deze handleiding op.
n
Breng het apparaat in de originele verpakking
zo dicht mogelijk bij de opstellocatie, om trans-
portschade te voorkomen.
n
Controleer het apparaat op zichtbare transport-
schade. Eventuele gebreken moeten onmiddel-
lijk worden gemeld aan de leverancier en de
transporteur.
n
De binnenunit moet op een stabiele, vlakke
ondergrond worden geplaatst.
n
De ondergrond moet voldoende draagkrachtig
zijn om het gewicht van het apparaat te kunnen
dragen.
n
Met de in hoogte verstelbare voeten kan het
apparaat exact worden uitgericht
n
Bij het kiezen van een geschikte montagelo-
catie moet rekening worden gehouden met het
geluid tijdens gebruik en de installatieroutes.
n
Alle elektrische aansluitingen uitvoeren vol-
gens de geldende DIN- en VDE-bepalingen.
n
De elektrische leidingen altijd vakkundig aan-
sluiten op de elektrische aansluitklemmen.
Anders kan brand ontstaan.
n
Let erop, dat er geen buizen met water door
het slaap- of woongedeelte lopen.
n
Het apparaat moet zo worden gemonteerd, dat
er naar voren voldoende plaats aanwezig is
voor montage- en onderhoudsdoeleinden.
n
Wij adviseren een deur met hogere geluidsiso-
lerende eigenschappen.
n
Wij adviseren een vloerafvoer resp. een
afvoerbak in het onderste gedeelte van de
warmtepomp te gebruiken.
Afb. 11: Minimale afstanden
26
350
GEVAAR!
De elektrische installatie moet door een gespe-
cialiseerd bedrijf worden uitgevoerd!
WAARSCHUWING!
Alle elektrische leidingen moet gekozen worden
volgens VDE voorschriften .
WAARSCHUWING!
Gebruik uitsluitend voor de toepassing geschikt
bevestigingsmateriaal.
4.2 Montage en installatie
Opstelling van de warmtepomp
Na het succesvol aanbrengen van de leidingen en
kabels, moet u het frame overeenkomstig op de
gewenste plaats opstellen. Verwijder de afdek-
plaat. De achterste uitsparing op de dakplaat
maakt een eenvoudige positionering onder de
voorleiding / de wandaansluitingen mogelijk.
Afb. 12