REMKO invertertechniek
De compressor van de warmtepomp is voorzien
van een toerentalregeling die automatisch op de
behoefte wordt afgestemd. De vermogensregeling
van conventionele warmtepompen kent slechts
twee toestanden „AAN" (vol vermogen) en
„UIT" (geen vermogen). Deze warmtepompen
gaan aan als de temperatuur onder een bepaalde
waarde zakt, en gaan uit als deze temperatuur
weer is bereikt. Deze vorm van vermogensregeling
is erg inefficiënt. De vermogensregeling van de
REMKO inverterwarmtepomp gebeurt modulerend
1/3
Afb. 9: Moderne invertertechnologie
Conventioneel
Inverter
Een minimale temperatuurschommeling
betekent energie besparen
Bij de start heeft de inverter slechts 1/3 van de tijd nodig,
vergeleken met conventionele systemen
en wordt aangepast aan de werkelijke behoefte. In
de elektronica is een frequentieomvormer opge-
nomen, die het toerental van de compressor en de
ventilator naar behoefte regelt. Bij vollast draait de
compressor met een hoger toerental dan bij deel-
last. De lagere toerentallen zorgen voor een lan-
gere levensduur van de componenten, betere
prestaties en minder lawaai. Lagere toerentallen
betekenen verder minder energieverbruik (stroom)
en een langere gebruiksduur. D.w.z.: Tijdens de
koude periode van het jaar zullen de inverter-
warmtepompen praktisch altijd blijven draaien. En
dit bij maximaal rendement.
Tijd
23