W
, -
ATERVULLING
STROOM EN
Om een probleemloze werking van de unit te verzekeren is er een
minimaal watervolume in het systeem vereist en moet de
waterstroom door de verdamper binnen het werkingsbereik liggen
(raadpleeg daartoe de onderstaande tabel).
Minimale
waterhoeveelheid (l)
EWWP014
62
EWWP022
103
EWWP028
134
EWWP035
155
EWWP045
205
EWWP055
268
EWWP065
311
De waterdruk mag de maximale werkdruk van 10 bar niet
overschrijden.
Voorzie voldoende beveiligingen in het watercircuit om
LET OP
te voorkomen dat de waterdruk de maximaal
toegestane werkdruk zou overstijgen.
I
SOLEREN VAN DE LEIDINGEN
Het volledige watercircuit, inclusief alle leidingen, moet worden
geïsoleerd om condensvorming en een verminderde koelcapaciteit te
voorkomen.
Bescherm
de
waterleidingen
winterperiode
(bijvoorbeeld
verwarmingstape te gebruiken).
B
EDRADING TER PLAATSE
De bedrading ter plaatse en de montage van de
componenten moeten worden uitgevoerd door een erkend
elektricien en in overeenstemming zijn met de geldende
Europese en nationale reglementeringen.
De bedrading ter plaatse moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met het elektrisch schema dat is
meegeleverd met de unit en met de onderstaande
instructies.
Gebruik een afzonderlijk voedingscircuit. Deel dus nooit
een voeding met een ander apparaat.
Tabel met onderdelen
F1,2,3 .....................Hoofdzekeringen voor de unit
H3P ........................Controlelamp voor alarm
H4P, H5P ................Werkingslampje compressor circuit 1, circuit 2
PE ..........................Hoofdaardklem
S7S ........................Klep omschakelen koelen/verwarmen vanop
afstand
S9S ........................Afstandsschakelaar "start/stop"
- - -..........................Bedrading ter plaatse
Montagehandleiding
4
-
KWALITEIT
Minimale
Maximale
waterstroom
waterstroom
19 l/min
75 l/min
31 l/min
123 l/min
40 l/min
161 l/min
47 l/min
186 l/min
62 l/min
247 l/min
80 l/min
321 l/min
93 l/min
373 l/min
tegen
bevriezing
tijdens
door
een
glycoloplossing
Normen voor het voedingscircuit en de kabels
1
De elektrische voeding van de unit moet zodanig worden
aangesloten dat deze kan worden in- en uitgeschakeld
onafhankelijk van de elektrische voeding van het systeem en de
uitrusting in het algemeen.
2
Er moet een voedingscircuit worden voorzien voor aansluiting
van de unit. Daarvoor moeten de nodige beveiligingen worden
voorzien, namelijk een werkschakelaar, een duurzame zekering
op iedere fase en een differentieel. De aanbevolen zekeringen
worden vermeld op het elektrisch schema dat is meegeleverd
met de unit.
Schakel de hoofdschakelaar uit voordat u een aansluiting
uitvoert (schakel de werkschakelaar uit, verwijder de
zekeringen of schakel deze uit).
Aansluiting van de voeding voor de watergekoelde
waterkoeler
1
Sluit met behulp van de juiste kabel het voedingscircuit aan op
de klemmen N, L1, L2 en L3 van de unit (kabeldoorsnede
2
2,5~10 mm
).
2
Sluit de aardgeleider (geel/groen) aan op de aardklem PE.
Aandachtspunt betreffende de kwaliteit van de
openbare elektrische stroom
Deze apparatuur is conform met EN/IEC 61000-3-11
de
voorwaarde dat de systeemimpedantie Z
of
is aan Z
op het interfacepunt tussen de voeding van de
max
gebruiker en het openbare systeem. Het behoort tot de
verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de
apparatuur om ervoor te zorgen, indien nodig in overleg met de
distributienetwerkbeheerder, dat de apparatuur alleen wordt
aangesloten op een voeding met een systeemimpedantie Z
die kleiner dan of gelijk is aan Z
EWWP014
EWWP022
EWWP028
EWWP035
EWWP045
EWWP055
EWWP065
Alleen voor EWWP028~065: Apparatuur conform met
EN/IEC 61000-3-12
Verbindingskabels
Spanningsvrije contacten
De printkaart is voorzien van een aantal spanningsvrije
contacten die de status van de unit moeten aangeven.
Raadpleeg het elektrisch schema voor het bedraden van deze
spanningsvrije contacten.
Ingangen voor werking vanop afstand
Behalve het bedraden van spanningsvrije contacten is het
mogelijk om ingangen voor werking vanop afstand te monteren.
Raadpleeg daartoe het elektrisch schema.
(1) Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt
voor spanningsveranderingen, spanningsschommelingen en flikkeren in
openbare laagspanningssystemen voor apparatuur met een nominale
stroom ≤75 A.
(2) Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt
voor harmonische stromen geproduceerd door apparatuur die is aan-
gesloten op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom
>16 A en ≤75 A per fase.
kleiner dan of gelijk
sys
.
max
Z
(Ω)
max
0,28
0,23
0,22
0,21
0,22
0,21
0,20
(2)
.
EWWP014~065KAW1N
Watergekoelde ijswaterkoelgroepen
(1)
op
sys
4PW30038-1B