Kartonnen doos 1
waterleiding verdamper
2x kogelkraan
1x waterfilter
1x ontluchting
1x T-stuk voor ontluchting
2x debietschakelaarbuis
1x debietschakelaar
+
1x T-stuk
Kartonnen doos 2
waterleiding condensor
2x kogelkraan
1x waterfilter
1x ontluchting
1x T-stuk voor ontluchting
1
In de wateruitlaatleiding van de verdamper moet een debiet-
schakelaar worden aangebracht om te voorkomen dat de unit
functioneert bij een te lage waterstroom.
Het is belangrijk de debietschakelaar te installeren zoals
aangegeven op de afbeelding. Let op de positie van de
debietschakelaar ten opzichte van de richting waarin het
water stroomt. Als u de debietschakelaar in een andere
positie installeert, is de unit niet afdoende beveiligd tegen
bevriezing.
In de schakelkast steekt een klem (X65A) voor de elektrische
aansluiting van de debietschakelaar (S10L).
2
Afsluitkranen moeten voorzien worden aan de unit, zodat
normaal onderhoud kan worden uitgevoerd aan het waterfilter
worden zonder het volledige systeem te laten leeglopen.
3
Voorzie ontluchtingkleppen op alle hoge punten in het systeem.
De
ontluchtingspunten
toegankelijke punten bevinden.
4
Het waterfilter moet vóór de unit worden gemonteerd om
onzuiverheden uit het water te filteren en op deze manier
schade aan de unit of verstopping van de verdamper of
condensor te voorkomen. Maak het waterfilter op regelmatige
tijdstippen schoon.
EWWP014~065KAW1N
Watergekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW30038-1B
moeten
zich
op
gemakkelijk
S
PECIFICATIES VAN DE WATERKWALITEIT
water in verdamper water in condensor
circulerend
water
[<20°C]
Te controleren punten
pH
op 25°C
6,8~8,0
Elektrisch
[mS/m]
geleidings-
<40
op 25°C
vermogen
–
Chlorideion
<50
[mg Cl
/l]
2–
Sulfaation
[mg SO
/l]
<50
4
M-alkaliteit
[mg CaCO
/l]
<50
3
(pH 4,8)
Totale hardheid [mg CaCO
/l]
<70
3
Calciumhardheid [mg CaCO
/l]
<50
3
[mg SiO
/l]
Siliciumion
<30
2
Referentiepunten
IJzer
[mg Fe/l]
<1,0
Koper
[mg Cu/l]
<1,0
2–
Sulfideion
[mg S
/l]
+
Ammoniumion
<1,0
[mg NH
/l]
4
Resterende chloride
[mg Cl/l]
<0,3
[mg CO
/l]
Vrij carbide
<4,0
2
Stabiliteitsindex
—
A = roesten
B = afbladderen
A
ANSLUITING VAN HET WATERCIRCUIT
De verdamper en condensor zijn uitgerust met een GAS mannelijke
leidingschroefdraad voor de waterinlaat en -uitlaat (raadpleeg het
uitwendig schema). De wateraansluitingen van de verdamper en
condensor moeten gebeuren in overeenstemming met het uitwendig
schema, rekening houdend met de waterinlaat en -uitlaat.
Als er lucht, vocht of stof in het watercircuit terechtkomt kunnen er
storingen ontstaan. Daarom moet u, bij het aansluiten van het
watercircuit, steeds rekening houden met het volgende:
1
Gebruik uitsluitend zuivere leidingen.
2
Houd de uiteinden van de leidingen omlaag, tijdens het verwijderen
van bramen.
3
Dek de uiteinden van de leiding af terwijl u de leiding door een muur
steekt, zodat er geen stof of vuil kan indringen.
Dicht de aansluitingen af met een goed afdichtmiddel
voor schroefdraad. De afdichting moet bestand zijn
tegen de druk en temperatuur in het systeem, en
moet ook bestand zijn tegen de gebruikte glycol in het
water.
De buitenkant van de waterleidingen moet goed
worden beschermd tegen corrosie.
fenomeen
aange-
circulerend
aange-
in geval
voerd
water
voerd
van
water
[20°C~60°C]
water
afwijking
6,8~8,0
7,0~8,0
7,0~8,0
A + B
<30
<30
<30
A + B
<50
<50
<50
<50
<50
<50
<50
<50
<50
<70
<70
<70
<50
<50
<50
<30
<30
<30
<0,3
<1,0
<0,3
A + B
<0,1
<1,0
<0,1
niet opspeurbaar
<0,1
<0,3
<0,1
<0,3
<0,25
<0,3
<4,0
<0,4
<4,0
—
—
—
A + B
Montagehandleiding
A
A
B
B
B
B
A
A
A
A
A
3