Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen
Warmtepomp inschakelen
!
Opgelet
Wanneer de warmtepomp met te
weinig koelmiddel draait, leidt dat
tot schade aan het toestel.
■ Vóór het inschakelen van de
warmtepomp moeten de bin-
neneenheid en de koelmiddel-
leidingen met de aangegeven
hoeveelheid koelmiddel gevuld
zijn en moet de dichtheid van
het koelcircuit zijn gecontro-
leerd (zie hoofdstuk "Koelmid-
delleidingen en binneneenheid
vullen" en "Koelcircuit op dicht-
heid controleren").
■ De vulkleppen aan de buiten-
eenheid (zie hoofdstuk "Koel-
middelleidingen en binneneen-
heid vullen") moeten bij het
inschakelen van de warmte-
pomp zijn geopend.
Onderstaande volgorde absoluut
aanhouden
1. Spanning van de buiteneenheid
inschakelen.
Installatie in bedrijf stellen
De inbedrijfstelling (configuratie, instel-
ling en functiecontrole) kan met of zon-
der inbedrijfstellingsassistent worden
uitgevoerd (zie volgende hoofdstuk en
servicehandleiding "warmtepomprege-
ling Vitotronic 200").
78
(vervolg)
2. 2 minuten wachten.
3. Spanning van de binneneenheid
inschakelen.
4. Binneneenheid met de netschake-
laar inschakelen.
Opmerking
Wanneer de binneneenheid eerder
wordt ingeschakeld dan de buiteneen-
heid of de wachttijd korter dan
2 minuten is, verschijnt de storingsmel-
ding "0A Storing buitenunit".
Servicehandleiding warmte-
pompregeling Vitotronic 200.
Opmerking
Type en omvang van de parameters
hangen af van het type warmtepomp,
van het gekozen installatieschema en
van de gebruikte accessoires.