Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Submenu Onderhoud; Menu 5.1 - Bedrijfsinstellingen - Metro Therm SHK 20-200/6 Installatie- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Submenu onderhoud

Ga naar het hoofdmenu en druk 7 seconden op de Terug
knop om naar het Onderhoud menu te gaan.
Het ONDERHOUD-menu heeft oranje tekst en is bedoeld
voor gevorderde gebruikers, installatie- of servicebedri-
jven. Dit menu bevat een aantal submenu's. De actuele sta-
tus van het betreffende menu wordt rechts van het menu
weergegeven.
bedrijfsinstellingen Bedrijfsinstellingen van de con-
trolemodule.
systeeminstellingen Systeeminstellingen van de con-
trolemodule, activering van accessoires, enz.
accessoire-instellingen Werkingsinstellingen voor ver-
schillende accessoires.
In-/uitgangsprogrammering Instellen van de softwar-
egestuurde in- en uitgangen op de ingangskaart (AA3)
en de klemmenstrook (X2).
fabrieksinst. herstellen Herstelt alle instellingen (waar-
onder de voor de gebruiker toegankelijke instellingen)
volledig naar de fabrieksinstellingen.
gedwongen controle Gedwongen controle van ver-
schillende componenten in de binnenmodule.
Inbedrijfstelling Wizard Start de Inbedrijfstelling Wizard
handmatig op die verschijnt wanneer u de besturings-
module voor het eerst opstart.
snelle start Snelle start van de compressor.
BELANGRIJK
Onjuiste instellingen in het servicemenu kunnen
het systeem, de warmtepomp en de binnenunit
beschadigen.

Menu 5.1 - bedrijfsinstellingen

In het submenu kunt u de bedieningsinstellingen van de
controlemodule invoeren.
Menu 5.1.1 - warm water inst.
In het submenu kunt u de bedieningsinstellingen van de
warm water controlemodule invoeren.
economisch
Bereik van de initiële temperatuurinstellingen in de spaarmo-
dus: 5 – 50 °C
Fabrieksinstelling voor de initiële temperatuur in de spaarmo-
dus: 39°C
Bereik van de eindtemperatuur instellingen in de spaarmodus:
5 – 50 °C
Fabrieksinstelling voor de eindtemperatuur in de spaarmo-
dus: 43°C
normaal
Bereik van de initiële temperatuurinstellingen in de normale modus::
5 – 55 °C
Fabrieksinstelling voor de initiële temperatuur in de normale mo-
dus: 42°C
Bereik van de eindtemperatuur instellingen in de normale modus:
5 – 55 °C
Fabrieksinstelling voor de eindtemperatuur in de normale mo-
dus: 46°C
SHK 20-200
luxueus
Bereik van de initiële temperatuurinstellingen in de luxe modus:
5 – 60 °C
Fabrieksinstelling voor de initiële temperatuur in de luxe mo-
dus: 45°C
Bereik van de eindtemperatuur instellingen in de luxe modus:
5 – 60 °C
Fabrieksinstelling voor de eindtemperatuur in de luxe mo-
dus: 49°C
eindtemperatuur oververhittingstijd
Instellingsbereik: 55 – 60 °C
Fabrieksinstelling: 60°C
stapversch. compressor
Instellingsbereik: 0,5 – 4,0 °C
Fabrieksinstelling: 1,0°C
laadmethode
Instellingsbereik: doeltemp., deltatemp
Fabrieksinstelling: delta temp
Hier stelt u de begin- en eindtemperaturen voor de ver-
schillende temperatuuropties in menu 2.2 en de eindtem-
peratuur van de periodieke verhoging in menu 2.9.1 in.
Menu 5.1.2 - max. aanvoertemp.
verwarmingssysteem
Instellingsbereik: 5-70°C
Fabrieksinstelling: 55°C
Hier wordt de maximale aanvoertemperatuur voor het ver-
warmingssysteem ingesteld. Bij meerdere verwarmingssys-
temen kunnen voor elk systeem individuele maximale aan-
voertemperaturen worden ingesteld. U kunt geen hogere
max. aanvoertemperatuur instellen voor verwarmingssys-
temen 2 - 8 dan voor verwarmingssysteem 1. De maximale
aanvoertemperatuur kan niet hoger worden ingesteld.
AANDACHT
In vloerverwarmingssystemen wordt de maximale
aanvoertemperatuur meestal tussen 35 en 45 °C
ingesteld.
Voor informatie over de maximaal toelaatbare
aanvoertemperatuur van vloerverwarming kunt
u zich wenden tot uw leverancier/bouwer van de
vloerverwarming en het verwarmingssysteem.
Menu 5.1.3 - max. verschil in aanvoertemp.
max. verschil. compressor
Instellingsbereik: 1 – 25 °C
Fabrieksinstelling: 10°C
Max. verschil bijverw.
Instellingsbereik: 1 – 24 °C
Fabrieksinstelling: 7°C
Het maximaal toelaatbare verschil tussen de berekende en
de werkelijke aanvoertemperatuur in de verwarmingsmo-
dus wordt hier door de compressor of de bijverwarming in-
gesteld. Het maximale verschil van de bijverwarming mag
nooit groter zijn dan het maximale verschil tussen de com-
pressor en de bijverwarming.
63
Hoofdstuk 9 | Controle

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Shk 20-200/12

Inhoudsopgave