7 Inbedrijfstelling en afstelling
Voorbereidingen
1.
Controleer of de schakelaar van de regeling in stand " "
staat.
2.
Controleer of de aftapklep volledig gesloten is en let op
dat de thermische stroomonderbreker (FD1) niet is ge-
activeerd.
Vullen en ontluchten
Verwarmingswaterparameters
Als de verwarmingscircuits met verwarmingswater zijn
gevuld, moet deze voldoen aan de vereisten van VDI 2035
deel 1 en 2.
Om corrosieschade te voorkomen, moeten drie basisparameters
van de watersamenstelling worden gecontroleerd:
1.
opgelost zuurstofgehalte,
2.
geleidbaarheid en
3.
pH.
Het zuurstofgehalte en de elektrische geleidbaarheid zijn
zodanig met elkaar verbonden dat een lagere geleidbaarheid
een hoger O2-gehalte mogelijk maakt zonder angst voor
verhoogde corrosie. Evenzo kan de hogere geleidbaarheid
resulteren in een verhoogde corrosiegevoeligheid, zelfs bij
relatief lage O2-verzadigingsniveaus.
Daarom worden de volgende richtlijnen aanbevolen:
1.
Verwarmingswater met een lage zoutconcentratie -
d.w.z. waarbij de elektrische geleidbaarheid van het
water in het systeem minder is dan 100 µS / cm - het
opgeloste O2-gehalte moet lager zijn dan 0,1 mg/l.
2.
Verwarmingswater met een hoge zoutconcentratie -
d.w.z. waarbij de elektrische geleidbaarheid van het
systeemwater in het bereik van 100 µS / cm tot 1500
µS/cm ligt - het gehalte aan opgelost O2 moet lager
zijn dan 0,02 mg/l.
In beide gevallen moet de pH-waarde van het verwarming-
swater in het bereik van 8,2-10 blijven.
Om schade door kalkaanslag te voorkomen, moeten de vol-
gende parameters van de watersamenstelling worden ge-
controleerd:
Thermisch sys-
Systeemca-
teemvermogen
paciteit
[kW]
[l/kW]
≤ 20
≤ 50
vanaf 20
tot 50
≤ 20
vanaf 50
vanaf 20
tot 200
tot 50
SHK 20-200
Het gehalte
aan aardalka-
Hardheid[°d]
li-elementen
[mol/m3]
geen
geen
vereisten
vereisten
≤ 2,0
≤ 11,2
≤ 2,0
≤ 11,2
≤ 1,5
≤ 8,4
De boiler in de SHK 20-200 vullen
1.
Open de warmtapwaterinlaat op het hoogste punt in
huis.
2.
Open de afsluiter van het koudtapwater. Deze klep
moet vervolgens geheel open zijn bij het uitvoeren van
deze handelingen.
3.
Wanneer er zonder luchtbelletjes vanaf het inlaatpunt
warmtapwater gaat stromen, is de boiler vol en kunt u
het inlaatpunt sluiten.
Vullen en ontluchten van het klimaatsys-
teem SHK 20-200
1.
Open de ontluchter op het hoogste punt in het ver-
warmingssysteem.
2.
Stel alle mengkranen in op de doorstroompositie van
alle circuits.
3.
Open de vulkraan van het verwarmingssysteem, vul
deze met verwarmingsmedium en ontlucht vervolgens
het systeem.
4.
Controleer de manometer, die een stijging van de druk
zal laten zien. Vul het systeem tot de vereiste druk (1,5-
2 bar), sluit vervolgens de vulklep. De maximale werkd-
ruk van het systeem is 3 bar.
5.
Schakel de circulatiepomp van het verwarmingssys-
teem in. Automatische ontluchtingskleppen die in het
verwarmings-/koelcircuit zijn geplaatst beginnen het
systeem te ontluchten.
6.
Als de druk tijdens de ontluchting onder 1 bar daalt,
moet het verwarmingscircuit met verwarmingsmedi-
um worden bijgevuld.
Aftappen van het klimaatsysteem
Tap eerst het systeem af via de vul-/aftapklep als u de ser-
vicewerkzaamheden aan het klimaatsysteem wilt vereen-
voudigen. De unit is niet uitgerust met een aftapklep voor
het klimaatsysteem. Deze klep moet buiten het product om
worden geïnstalleerd.
BELANGRIJK
Bij het aftappen van het verwarmingssysteem/
klimaatsysteem kan er kan wat warm water vrij-
komen. Gevaar voor brandwonden.
1.
Sluit een leiding aan op de externe aftapklep van het
systeem.
2.
Open vervolgens de aftapklep om de verwarmingsin-
stallatie af te tappen.
Hoofdstuk 7 | Inbedrijfstelling en afstelling
41