Bediening van de machine
Verbruiksartikelen
● Bedrijfsvloeistof van de vacuümpomp
Vereiste gereedschappen
● Inbussleutel, WAF 8
● Gekalibreerde momentsleutel (aanhaalfactor ≤ 2,5)
Afb. 15:
1 Vulschroef met O-ring
2 Vulopening
Procedure
De bedrijfsvloeistof kan tijdens het bedrijf in het eindvacuüm worden gevuld.
1. Draai de vulschroef los.
2. Vul bedrijfsvloeistof bij tot aan de "Max."-markering.
3. Draai de vulschroef opnieuw erin.
6.5 Vacuümpomp uitschakelen
Vervuiling door terugstroom bedrijfsvloeistof
Nadat de vacuümpomp is uitgeschakeld bestaat er een gevaar dat het verbonden vacuümsysteem
door de terugstroom vervuild raakt. De veiligheidsklep op de vacuümpomp is niet geschikt voor lang-
durige afdichting.
► Installeer een afsluitklep in de toevoerleiding.
► Sluit de toevoerleiding onmiddellijk af na het uitschakelen van de vacuümpomp.
Procedure
1. Schakel, indien nodig, de vacuümpomp in iedere drukbereik uit.
2. Schakel de hoofdschakelaar uit of koppel op een veilige manier de aandrijfmotor van de netvoe-
3. Installeer een extra afsluitklep in de toevoerleiding om ervoor te zorgen dat het vacuüm wordt ge-
36/66
1
2
4
Bedrijfsvloeistof opnieuw vullen
– Wees voorzichtig met de O-ring.
– Aanhaalmoment: 3,0 Nm
ding los.
– De vacuümveiligheidsklep sluit automatisch als de vacuümpomp wordt uitgeschakeld, waar-
door terugstroming van gas en bedrijfsvloeistof in de inlaatleiding wordt voorkomen.
handhaafd in de vacuümkamer.
3
3
Typeplaatje
4
Kijkglas
OPMERKING