Instructies voor de gebruiker van de installatie
Wat te doen bij storingen
Een storing aan de brander wordt
aangegeven door
het rode lampje .
Druk op de resetknop van het
veiligheidskastje van de brander – er wordt
opnieuw gestart.
Neem, als de storing opnieuw optreedt, contact op
met uw verwarmingsinstallateur.
Ga niet zelf aan de verwarmingsinstallatie sleutelen.
Uitschakeling van de installatie
Neem de instructies betreffende de vorstbeveiliging in
acht.
In geval van langdurige afwezigheid
Schakel de verwarmingsketel uit ter hoogte van de
temperatuurregelaar (accessoire).
Complete uitschakeling van de
installatie
Schakel de noodstop van de installatie in.
Zet de Aan/Uitschakelaar op "0".
Sluit de aanvoerkranen van de olie- of gasleiding.
Vorstbeveiliging
Zorg dat de installatie ook in uw afwezigheid blijft
werken tijdens periodes waarin het kan vriezen om
voor een voldoende temperatuur in de verwarmde
ruimtes te zorgen.
De ingebouwde veiligheidsvoorzieningen zullen het
apparaat automatisch uitschakelen in geval van een
storing, zoals een onderbreking in de
brandstofvoorziening. Het systeem wordt dan niet
meer tegen vorst beveiligd.
Voor een complete beveiliging van de installatie tegen
vorst, moeten de ketel en het verwarmingssysteem
volgens de gebruiksinstructies geleegd worden.
Vraag uw verwarmingsinstallateur om inlichtingen
betreffende dit onderwerp.
Temperatuur van het sanitair warm
water
De temperatuur van het sanitair warm water wordt
bepaald door de op de ketelthermostaat afgestelde
keteltemperatuur.
__________________________________________ 9 ________________________________________
Bedieningspaneel